Temperatuurinstelling
Gebruiksomstandigheden
Aanbevolen temperatuurinstelling
• Voor koeling: 26-28°C
• Voor verwarming: 20-24°C
Tips voor een zuinig energieverbruik
• Laat de kamer niet te koud of te warm worden.
Door de temperatuur op een gematigd peil in te stellen, bespaart u energie.
• Sluit de jaloezieën of de gordijnen.
Door direct zonlicht en buitenlucht tegen te houden wordt het koeling (verwarming) effect versterkt.
• Verstopte luchtfi lters hinderen de goede werking en verhogen het energieverbruik. Reinig ze ongeveer eens in de twee weken.
Opmerkingen over de werkingstoestanden
• De buitenunit verbruikt een weinig stroom voor de werking van de elektrische componenten, ook wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
Aansluiten van de buitenunit RXG25/35: 1-15W
Andere buitenunits: 15-20W
De buitenunit verbruikt 40 tot 55W stroom bij het voorverwarmen van de compressor.
• Als u de airconditioner lange tijd niet gebruikt, bijvoorbeeld in de lente of herfst, de hoofdschakelaar uitzetten.
• Gebruik de airconditioner in de volgende omstandigheden.
MODUS
Buitentemperatuur : <2/3/4/5MXS> 10-46°C
KOELEN
Binnentemperatuur : 18-32°C
Luchtvochtigheid binnen : 80% max.
Buitentemperatuur : <2MXS> –10-24°C
VERWAR-
MEN of
STRALING
Binnentemperatuur : 10-30°C
Buitentemperatuur : <2/3/4/5MXS> 10-46°C
DROGEN
Binnentemperatuur : 18-32°C
Luchtvochtigheid binnen : 80% max.
• Het is mogelijk dat een beveiligingsinrichting het apparaat uitschakelt wanneer het buiten dit bereik van temperatuur en vochtigheid gebruikt
wordt.
13
Wijzigen van de temperatuurinstelling
Druk op
.
• De getoonde items op het LCD veranderen telkens wanneer op een van de toetsen wordt
gedrukt.
Functie VERWARMEN
KOELEN functie
18-32°C
Druk op
om de temperatuur te verhogen en op
temperatuur te verlagen.
Gebruiksomstandigheden
<RXG> 10-46°C
<3/4/5MXS> –15-24°C
<RXG> –15-24°C
<RXG> 10-46°C
AUTO functie
of STRALING
10-30°C
18-30°C
om de
Als het apparaat blijft werken buiten dit bereik
• Het is mogelijk dat een beveiligingsinrichting het apparaat
uitschakelt.
(Bij gebruik van een multisysteem is het mogelijk dat alleen de
buitenunit wordt uitgeschakeld.)
• Er kan condensatie en lekkage optreden in de binnenunit.
• Het is mogelijk dat een beveiligingsinrichting het apparaat
uitschakelt.
• Het is mogelijk dat een beveiligingsinrichting het apparaat
uitschakelt.
• Er kan condensatie en lekkage optreden in de binnenunit.
DROGEN of VENTILATOR functie
De temperatuurinstelling is niet
variabel.