2.3 Wat te doen in een noodgeval.
Mocht er eventueel een ongeluk plaatsvinden zorg dat u dan de eerste hulp
maatregelen neemt. Vraag ook direct een gekwalificeerde arts te bellen.
Wanneer u verzoekt om een arts geeft U dan het volgende door:
- waar het is gebeurd
- wat er is gebeurt
- of er gewonden zijn
- welke verwondingen zijn er
- wie belt er!
2.4 Veiligheid bij het gebruik van elektrische apparaten/ aansluiten op het stroom
netwerk.
WAARSCHUWING
Elektrische spanning. Verwonding door stroomschokken!
AANWIJZING
De netspanning vindt u op het type plaatje op de machine.
Zet de machine niet onder spanning voordat u alle testen en controles heeft
uitgevoerd.
De motor is geschikt voor de in technische gegevens vastgelegde voltages en
frequenties.
Normale werkzaamheden kunnen bij een voltage/ spanning uitgevoerd worden,
die de voorgeschreven spanning overschrijdt met maximaal plus 10% of -10%.
Het gebruik met spanningen buiten dit bereik kan tot oververhitting of
doorbranden van de motor leiden.
Zware belasting vraagt om een spanning, die niet onder de voorgeschreven
spanning mag liggen.
Gebruik de machine alleen met stroomvoorziening, die aan de volgende
vereisten voldoet:
•
Bij voorkeur beveiliging met een FI – aardlekschakelaar van 30 mA;
• De stopcontacten moeten bij voorkeur volgens de voorschriften zijn
gemonteerd, geaard en getest.
U mag alleen verlengkabels gebruiken die geschikt zijn voor de bouw en aan de
normeringen voldoen (H07RN-F)
Zorg ervoor dat de stroomkabel niet beschadigd kan worden gedurende de
werkzaamheden.
Bescherm de stroomkabel tegen hitte, agressieve vloeistoffen en scherpe
voorwerpen.