ONDERHOUD
– draai aan de beide achterste moeren (5) tot-
dat de achterkant van het maaidek zowel links
als rechts naar boven begint te komen; draai
hierna de bijbehorende contramoeren (6) vast.
Mocht de juiste afstelling niet gevonden worden raadpleeg dan uw leverancier.
6.3.3 M
ESKOPPELING EN
Tijdens het bedienen van de hendel om de messen te ontkoppelen, wordt er gelijkertijd
een rem in werking gesteld die het draaien in enkele seconden stopt.
Eventuele rek in de kabel en/of de lengteverschillen in de drijfriem kunnen ontkoppeling of
een onregelmatig draaien van de messen veroorzaken.
In dat geval wordt de regelaar bediend, volgens de aanwijzingen voor elk model.
In ieder geval als na de afstellen de koppeling de drijfriem niet regelmatig kan aandrijven
of als het draaien van de messen niet binnen enkele seconden stopt dient er contact met
uw leverancier te worden opgenomen.
➤
HF2315SBE
Dit dient met de regelaar(1) te worden bijge-
steld totdat de juiste spanning van de veer (2)
is bereikt (gemeten bij ingeschakelde messen).
➤
HF2415SBE
Dit dient met de regelaar (1) te worden bijge-
steld totdat de juiste spanning van de veer (2)
is bereikt (gemeten bij ingeschakelde messen).
–
REM AFSTELLEN
4
2
1
1
2
94 ÷ 96 mm
NL 49
3
7
88 ÷ 90 mm