BEDIENINGSELEMENTEN
regelt de snelheid van de machine.
– Hoe meer druk er op het pedaal
wordt uitgevoerd, hoe hoger de
snelheid van de machine.
– Als het pedaal wordt losgelaten
komt het automatisch weer in de
vrije stand «N» terug.
– De "Vrije" stand «N» wordt aan-
gegeven doordat het controle-
lampje brandt (4.10.g).
4.33 K
OPPELINGSPEDAL
Dit pedaal stelt het aandrijfsysteem
voor de wielen in werking en regelt
de snelheid van de machine.
– Hoe meer druk er op het pedaal wordt uitgevoerd, hoe
hoger de snelheid van de machine.
– Als het pedaal wordt losgelaten komt het automatisch
weer in de vrije stand «N» terug.
– De "Vrije" stand «N» wordt aangegeven doordat het controlelampje brandt (4.10.g).
LET OP!
!
gevoerd te worden als de machine stilstaat.
OPMERKING
handrem (4.5) slaat de motor af.
4.34 O
NTGRENDELING VAN DE HYDROSTATISCHE AANDRIJVING
Deze hendel heeft twee standen die op de desbetreffende sticker staan aangegeven:
«A» = Aandrijving ingeschakeld: voor alle gebruikscondities, tijdens het rijden
«B» = Aandrijving uitgeschakeld: vermindert aanzienlijk de kracht die nodig is
Het inschakelen van de achteruitversnelling dient alleen uit-
Als het koppelingspedaal ediend wordt met een ingeschakelde
en het maaien;
om de machine, met de motor uit, met de hand te verplaatsen.
4.31
4.32
N
F
N
R
4.33
4.34
A
NL 21
B