7
|
Installatie van de leidingen
7.2.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen
7.2.5 Leidinguiteinde optrompen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
38
Leidingmaat (mm)
Aanhaalmoment
Ø6,4
Ø9,5
Gebruik een pijpenbuigmachine om de leidingen te buigen. Alle leidingbochten
moeten zo geleidelijk mogelijk verlopen (buigingsstraal van 30~40 mm of meer).
VOORZICHTIG
▪
Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas veroorzaken.
▪
Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik nieuwe getrompte buizen om
ervoor te zorgen dat er geen koelgas kan lekken.
▪
Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden meegeleverd. Andere
getrompte moeren kunnen koelgaslekken veroorzaken.
1 Snijd het uiteinde van de leiding af met een pijpensnijder.
2 Verwijder de bramen en houd daarbij het afgesneden vlak naar beneden
zodat er GEEN bramen in de leiding kunnen komen.
a
a Snijd precies in rechte hoeken af.
b Verwijder de bramen.
3 Verwijder de flaremoer van de afsluiter en zet de flaremoer op de leiding.
4 Verbreed de leiding. Verbreed exact op de plaats zoals getoond op de
volgende afbeelding.
A
Flaregereedschap voor
R32 (koppelingstype)
A
0~0,5 mm
5 Controleer of de verbreding goed werd uitgevoerd.
a
a De binnenkant van de verbreding mag GEEN gebreken vertonen.
b Het uiteinde van de leiding MOET gelijkmatig en in een perfecte cirkel verbreed zijn.
c Controleer of de flaremoer is aangebracht.
Flareafmetingen
(N•m)
(A) (mm)
15~17
33~39
12,8~13,2
b
Conventioneel flaregereedschap
Koppelingstype
(Ridgid-type)
1,0~1,5 mm
b
c
Flarevorm (mm)
90°
8,7~9,1
Vleugelmoertype
(Imperial-type)
1,5~2,0 mm
RXA-A9, RXM-R9, ARXM-R9
R32 Split-systeemairconditioners
4P519439-12W – 2022.11
±2
ØA
R=
0.4~0.8