6 Elektrische aansluiting
5. Neem voor elke netwerkkabel een stop uit een kabeldoorvoer en snijd elke kabeldoorvoer
met een cuttermes in.
6. Steek elke netwerkkabel in een kabeldoorvoer.
7. Druk de kabeldoorvoer met vier gaten in de kabelschroefverbinding en leid elke netwerkkabel
naar de netwerkbus.
8. Als u zelf confectioneerbare netwerkkabels gebruikt, confectioneer dan de RJ45-connectoren
en sluit deze aan op elke netwerkkabel (zie documentatie van de connectoren).
9. Steek elke netwerkkabel in een van de
netwerkbussen.
10. Controleer door licht aan de kabel te trekken of de netwerkkabels stevig vastzitten.
11. Plaats rond elke netwerkkabel een ferriet.
12. Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding handvast. Daardoor worden de
netwerkkabels vastgezet.
13. Als de omvormer buitenshuis is gemonteerd, installeer dan een overspanningsbeveiliging voor
alle componenten in het netwerk.
14. Wanneer u de omvormer in een lokaal netwerk wilt integreren, het andere uiteinde van een
netwerkkabel op het lokale netwerk aansluiten (bijv. via een router).
6.5
Aansluiting op het multifunctionele relais
Voorwaarde:
☐ Er moet worden voldaan aan de technische eisen van het multifunctionele relais (zie
hoofdstuk 13, pagina 95).
Kabelvereisten:
☐ Leidingdoorsnede: 0,5 mm² tot 0,75 mm²
42
STPxx-50-BE-nl-10
SMA Solar Technology AG
1
2
Bedieningshandleiding
M F
R