De pomp wordt ingeschakeld om de tweede tank te vullen als
Startniveau P1 wordt bereikt.
De pomp wordt uitgeschakeld als het vloeistofniveau Stopniveau
bereikt.
Als de pomp om welke reden dan ook niet wordt uitgeschakeld bij
Stopniveau en het vloeistofniveau blijft stijgen, wordt dit uiteindelijk
geregistreerd door de Hoog niveau sensor. Als de sensor is
ingesteld, kan het signaal van de Hoog niveau sensor worden
gebruikt om een uitgangrelais te activeren dat dan kan worden
gebruikt om een visueel of akoestisch alarm af te geven of een
signaal te verzenden naar een SCADA-systeem via een
communicatie-interface.
Als de pomp in werking is en het vloeistofniveau in de tank tot
onder het droogloopniveau daalt, wordt de pomp uitgeschakeld
door de droogloopbeveiliging om ervoor te zorgen dat de pomp niet
beschadigd raakt.
Gerelateerde informatie
6.1 Instelling van het toepassingstype met Grundfos GO Remote
6.14.1 Automatisch bedrijf
4.5 Klemmen
1
2
3
4 5
Pos. Beschrijving
1
Contactor voor pomp 1
2
Niet in gebruik
3
Klemmenblok voor voeding
Klemmenblok voor temperatuur- en
4
vochtbeschermingssensor voor pomp 1
5
Niet in gebruik
6
Alarm 1
7
Alarm 2
8
Analoge en digitale ingangen en uitgangen.
304
6
7
8
1
2
3
4
DIO1 GND DIO2 GND
9
10
11
12
CIO1 GND CIO2 GND 24V
Maak verbinding met Grundfos GO Remote om te zien welke opties
beschikbaar zijn voor de ingangs- en uitgangsklemmen.
Pos.
Beschrijving
1
Digitale ingang/uitgang 1, configureerbaar
2
GND
3
Digitale ingang/uitgang 2, configureerbaar
4
GND
5
Digitale ingang 1
6
GND
7
Digitale ingang 2
8
GND
9
Configureerbare ingang/uitgang 1
10
GND
11
Configureerbare ingang/uitgang 2
12
GND
13
Voedingsspanning, 24 V, max. 200 mA
14
GND
15
Voedingsspanning, 24 V, max. 200 mA
16
GND
Gerelateerde informatie
3.6 De IO-klemmen configureren via Grundfos GO Remote
4.6 Identificatie
4.6.1 Typeplaatje
1
2
3
14
13
12
11
5
6
7
8
DI1
GND
DI2
GND
13
14
15
16
GND 24V
GND
4
5
6
7
8
10
9