2.6
Elektrische aansluitingen
Maak een vaste netaansluiting uitgevoerd volgens NEN 1010.
De aansluitspanning is 230 Volt / 50 Hz, het toestel dient
geaard te worden.
De kroonsteen met de aansluitklemmen bevindt zich links op
het toestel, zie figuur 5. Let er op dat de fase (L) en de nul (N)
op de juiste klemmen van de kroonsteen worden
aangesloten. De branderautomaat is fasegevoelig, bij
verwisseling van fase en nul zal het toestel gedurende de
ontstekingsfase geen vlam signaleren en in storing vallen.
Zie de tabel op pagina 16 voor het opgenomen elektrisch
vermogen.
Op de kroonsteen kunnen verder de volgende aansluitingen gemaakt worden:
klemmen
X - B
C
1C - 1NO
2C - 2NO
3C - 3NO
4C - 4NO
PFT - PFT
VFA - VFA
ALM - ALM
RUN - RUN
2.7
Wateraansluitingen
Voor een gegarandeerde kalkvrije werking en lange levensduur is het van groot belang dat de instructies in deze
paragraaf strikt worden opgevolgd.
Waterdebiet:
Voor een goede werking moet het waterdebiet over de warmtewisselaar op een constante hoeveelheid van 6,0 l/s
worden gehandhaafd, voor de HT uitvoering (gewenste temperatuur > 80C) geldt een waterdebiet van 6,3 l/s. Een te
hoog waterdebiet veroorzaakt erosie in de warmtewisselaar. Bij een te laag waterdebiet zal zich kalk in de wisselaar
afzetten, met als gevolg een teruglopend rendement en kortere levensduur.
Opstelling met voorraadvat:
Het waterdebiet over de wisselaar moet constant blijven en mag derhalve ook niet worden beïnvloed door de
warmwaterafname. Om dit te bereiken worden de toestellen altijd in combinatie met een voorraadvat opgesteld,
volgens het schema in figuur 6.
Leidingdiameter:
De minimale diameter van de circulatieleiding tussen toestel en voorraadvat is DN65. Bij een kleinere diameter wordt
de watersnelheid in de circulatieleiding te groot waardoor erosie in circulatieleiding kan ontstaan.
Bochten:
Gebruik in de circulatieleiding tussen toestel en voorraadvat alleen bochten, pas geen knieën toe in verband met de
hoge weerstand van deze componenten.
aansluiting
Externe veiligheid, verwijder de brug tussen de klemmen. Worden er meerdere externe
veiligheden toegepast, dan moeten deze in serie worden aangesloten op deze
klemmen.
Extra aansluiting naar nul.
Externe aansturing, verwijder de brug tussen de klemmen.
Externe aansturing van de 2
Externe aansturing van de 3
Externe aansturing van de 4
Aansturing van rookgasventilator.
storingsmelding bij ionisatie(vlam)storing; potentiaalvrij contact
storingsmelding bij ionisatie(vlam)storing; 230 V uitgangssignaal
bedrijfsmelding; potentiaalvrij contact
figuur 5: locatie kroonsteen
e
brandertrap, verwijder de brug tussen de klemmen.
e
brandertrap, verwijder de brug tussen de klemmen.
e
brandertrap, verwijder de brug tussen de klemmen.
4