Sluit de beide slangen van de linker luchtdrukschakelaar op een manometer aan (zwart = , wit = ).
4.
5.
Zet de reset-schakelaar in de positie "run mode" en lees het drukverschil af. Het drukverschil moet 3,8 mbar zijn.
Moet de instelling van de luchttoevoerventilator gecorrigeerd worden ga dan verder met stap 6. Is geen correctie
noodzakelijk ga dan naar stap 9.
6.
Draai de borgmoer van de instelschroef op de linker ventilator los, zie figuur 16.
7.
Verdraai de instelschroef rechtsom om het
drukverschil te verhogen en linksom om het
drukverschil te verlagen.
8.
Draai de borgmoer van de instelschroef weer vast.
9.
Zet de reset-schakelaar in de positie "reset".
10. Bij de modellen SLN445 en 510: sluit de beide
slangen van de middelste luchtdrukschakelaar op de
manometer aan en herhaal de stappen 5 t/m 9 voor
de middelste ventilator.
11. Verbind de stekers van de rechter ventilator weer.
12. Sluit de beide slangen van de rechter
luchtdrukschakelaar op een manometer aan en
herhaal de stappen 5 t/m 9 voor de rechter ventilator.
13. Sluit alle slangen weer aan op de betreffende
luchtdrukschakelaars.
3.12
Temperatuurverhoging instellen
Deze paragraaf beschrijft een methode om het waterdebiet over de warmtewisselaar in te stellen indien men niet
beschikt over meetapparatuur waarmee een drukverschilmeting over de warmtewisselaar kan worden uitgevoerd. Het
waterdebiet kan ingeregeld worden door de temperatuurverhoging over de warmtewisselaar in te stellen:
1.
In het scherm van de regelthermostaat worden de retourtemperatuur (sensor A) en aanvoertemperatuur (sensor
B) weergegeven.
2.
Zorg dat alle brandertrappen in bedrijf zijn. Lees na enige tijd, als de temperatuur gestabiliseerd is, het verschil in
temperatuur tussen de retour- en aanvoerzijde van de warmtewisselaar af. Dit verschil is de temperatuurverhoging.
Tabel 3 geeft de vereiste temperatuurverhoging over de wisselaar weer.
tabel 3: temperatuurverhoging
model
SLN245
T (C)
3.
Indien de temperatuurverhoging te laag is, is het waterdebiet te hoog. Verlaag het pomptoerental, totdat de
temperatuurverhoging overeen komt met de waarde vermeld in tabel 3. Blokkeer de druktoetsen op de pomp.
4.
Indien de temperatuurverhoging te hoog is, is het waterdebiet te laag. Controleer het volgende:
alle afsluiters in de circulatieleiding tussen toestel en voorraadvat moeten volledig geopend zijn
-
-
de max. pompcurve moet zijn ingesteld; houdt druktoets
-
de diameter en lengte van de circulatieleiding, zie paragraaf 2.7
-
de positie van de pomppakkingen ten opzichte van de flenzen.
3.13
Buiten bedrijf stellen
Zet de reset-schakelaar in de positie "reset". Wacht tot de ventilatoren uitgedraaid zijn en schakel dan de elektrische
voeding naar zowel toestel als de pomp af. Sluit de gaskraan voor het toestel. Bij vorstgevaar moet de installatie worden
afgetapt.
SLN310
10
12
figuur 16: luchttoevoerventilator
SLN355
SLN445
14
18
continu ingedrukt (bovenste lichtbalk knippert)
13
SLN510
20