Aanvoerleiding
De aanvoerleiding is het deel van de circulatieleiding tussen de bovenste circulatie-aansluiting op het voorraadvat en
de uitlaatzijde van het toestel. Monteer het inregelventiel in de aanvoerleiding volgens figuur 2. De afstand tussen de
koppeling en het inregelventiel dient ten minste 325 mm te zijn, de afstand tussen inregelventiel en de eerst volgende
bocht of T-stuk dient ten minste 130 mm te zijn. De koudwatertoevoerleiding wordt aangesloten op de aanvoerleiding,
maak deze aansluiting zo dicht mogelijk bij de bovenste circulatieaansluiting van het voorraadvat, zie figuur 2.
figuur 2
24