Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
Papier van A5- of Statement-formaat gebruiken
De printerladen kunnen geen onderscheid maken tussen papier van A5- (148 x 210 mm) en Statement-formaat
(139,7 x 215,9 mm) als de laden zijn gevuld met beide soorten papier. Geef in het menu voor automatische
formaatdetectie op welk papierformaat de printer moet detecteren. Plaats papier van A5- of Statement-formaat in de
papierladen, maar niet allebei.
Opmerking: de universeellader maakt geen gebruik van automatische formaatdetectie en ondersteunt afdruktaken
op papier van A5- en Statement-formaat. De instelling voor automatische formaatdetectie heeft geen gevolgen voor
de instellingen van de universeellader.
1
Plaats papier van A5- of Statement-formaat in een papierlade.
2
Schakel de printer uit.
3
Houd
en
ingedrukt terwijl u de printer aanzet.
6
MNO
4
Laat de knoppen los wanneer het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven.
De printer voert de opstartcyclus uit, waarna Menu Configuratie wordt weergegeven.
5
Raak de pijl-omhoog of –omlaag aan tot Formaatdetectie wordt weergegeven.
6
Raak Formaatdetectie aan.
7
Selecteer Statement/A5.
8
Raak de pijl naar links of rechts aan tot het gewenste papierformaat wordt weergegeven.
9
Raak Indienen aan.
10
Raak Configuratiemenu afsluiten aan.
De papierformaten B5 of Executive laden
De printerladen kunnen geen onderscheid maken tussen de papierformaten B5 en Executive als beide formaten in de
printerladen zijn geplaatst. Geef in het menu voor automatische formaatdetectie op welk papierformaat de printer
moet detecteren. Plaats ofwel het papierformaat B5 of het formaat Executive in de papierladen, maar niet beide.
Opmerking: de universeellader maakt geen gebruik van automatische formaatdetectie en ondersteunt afdruktaken
op papier van B5- en Executive-formaat. De instelling voor automatische formaatdetectie heeft geen gevolgen voor
de instellingen van de universeellader.
1
Plaats papier van B5- of Executive-formaat in een papierlade.
2
Schakel de printer uit.
3
Houd
en
ingedrukt terwijl u de printer aanzet.
6
MNO
4
Laat de knoppen los wanneer het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven.
De printer voert de opstartcyclus uit, waarna Menu Configuratie wordt weergegeven.
5
Raak de pijl-omhoog of –omlaag aan tot Formaatdetectie wordt weergegeven.
6
Raak Formaatdetectie aan.
7
Selecteer Executive/B5 selecteren.
8
Raak de pijl naar links of rechts aan tot het gewenste papierformaat wordt weergegeven.
56