Faxen
6
Wijs een snelkoppelingsnummer toe.
Als u een nummer invoert dat al in gebruik is, wordt u gevraagd een ander nummer te kiezen.
7
Klik op Add (Voeg toe).
Een snelkoppeling voor een faxbestemming maken met het aanraakscherm
1
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde als eerste in de ADI of met de
bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Opmerking: plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal
(zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
2
Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
3
Raak Fax aan op het beginscherm.
4
Geef het faxnummer op.
Als u een groep met faxnummers wilt maken, raakt u Volgend nr. aan en geeft u het volgende faxnummer op.
5
Raak Opslaan als snelkoppeling aan.
6
Voer een naam in voor de snelkoppeling.
7
Raak OK aan.
8
Raak Faxen aan om de fax te verzenden of raak
De snelkoppeling voor de faxbestemming wijzigingen via de Embedded Web
Server
1
Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt
u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte.
2
Klik op Instellingen.
3
Klik op Snelkoppelingen beheren.
Opmerking: u wordt mogelijk om een wachtwoord gevraagd. Vraag uw systeembeheerder om een gebruikers-ID
en een wachtwoord als u die nog niet hebt.
4
Klik op Instellingen faxsnelkoppeling.
5
Selecteer de invoer in de lijst en werk die bij via het tekstvak.
6
Klik op Wijzigen.
aan om naar het beginscherm terug te keren.
113