Als uw energiebedrijf slechts één stroomtarief aangeeft, dan
voert u bij de functies Hoog stroomtarief (→ Pagina 16) en
Laag stroomtarief (→ Pagina 16) dezelfde waarde in.
Rond de tariefgegevens tot een cijfer na de komma af. Om
de in te stellen factor te verkrijgen, vermenigvuldigt u de
waarde met 10.
Voorbeeld:
Kosten
Tarief extr.CV-ketel
11,3 tariefeenhe-
den/kWh
(gas, olie, stroom)
Laag stroomtarief
14,5 tariefeenhe-
den/kWh
(warmtepomp)
Hoog stroomtarief
18,7 tariefeenhe-
den/kWh
(warmtepomp)
5.2.12.1 Tarief extra CV-ketel instellen
Menu → Basisinstellingen → Kosten → Tarief extr.CV-
ketel
–
Met deze functie kan de hybride manager de kosten voor
de extra CV-ketel correct berekenen. Hiervoor heeft de
hybride manager de in te stellen factor nodig.
Om de correcte factor te kunnen invoeren, moet u uw tarief
bij uw energieleverancier aanvragen en de factor volgens het
voorbeeld berekenen.
5.2.12.2 Laag tarief stroom instellen
Menu → Basisinstellingen → Kosten → Laag stroomtarief
–
Met deze functie kan de hybride manager de kosten voor
de extra CV-ketel correct berekenen. Hiervoor heeft de
hybride manager de in te stellen factor nodig.
Om de correcte factor te kunnen invoeren, moet u uw tarief
bij uw energieleverancier aanvragen en de factor volgens het
voorbeeld berekenen.
5.2.12.3 Hoog tarief stroom instellen
Menu → Basisinstellingen → Kosten → Hoog stroomtarief
–
Met deze functie kan de hybride manager de kosten voor
de extra CV-ketel correct berekenen. Hiervoor heeft de
hybride manager de in te stellen factor nodig.
Om de correcte factor te kunnen invoeren, moet u uw tarief
bij uw energieleverancier aanvragen en de factor volgens het
voorbeeld berekenen.
5.2.13 Offset kamertemperatuur instellen
Menu → Basisinstellingen → Offset → Kamertemperatuur
–
Als de systeemthermostaat in een woonruimte is geïn-
stalleerd, kan de systeemthermostaat de actuele kamer-
temperatuur weergeven.
In de systeemthermostaat is een thermometer voor de me-
ting van de kamertemperatuur ingebouwd. Met de offset kunt
u de gemeten temperatuurwaarde corrigeren.
5.2.14 Offset buitentemperatuur instellen
Menu → Basisinstellingen → Offset → Buitentemperatuur
–
De thermometer in de buitentemperatuurvoeler van de
systeemthermostaat meet de buitentemperatuur. Met de
offset kunt u de gemeten temperatuurwaarde corrigeren.
16
5.2.15 Zonenaam veranderen
Menu → Basisinstellingen → Zonenaam invoeren
–
U kunt de af fabriek opgegeven zonenaam naar wens
veranderen. De naam is tot 10 tekens beperkt.
5.2.16 Warmteterugwinning activeren
Menu → Basisinstellingen → Ventilatie → Warmteterug-
In te stellen
winning
factor
–
De functie Warmteterugwinning is op Auto ingesteld.
113
Dat betekent, dat een interne regeling controleert, of een
warmteterugwinning zinvol is of de buitenlucht direct in
het woongedeelte geleid wordt. Voor meer informatie zie
145
de gebruiksaanwijzing vanaf recoVAIR.../4.
187
Als u activeren gekozen hebt, dan wordt de warmteterug-
winning permanent gebruikt.
5.2.17 Kamerluchtvochtigheid instellen
Menu → Basisinstellingen → Max. kamerluchtvochtigheid
–
Als de kamerluchtvochtigheid de ingestelde waarde
overschrijdt, dan schakelt een aangesloten ontvochtiger
in. Zodra de waarde onder de ingestelde waarde daalt,
schakelt de ontvochtiger opnieuw uit.
5.2.18 Naar fabrieksinstelling terugzetten
U kunt de instellingen voor het Tijdsprogramma's of voor
Alles op de fabrieksinstellingen resetten.
Menu → Basisinstellingen → Fabrieksinstelling → Tijds-
programma's
–
Met Tijdsprogramma's zet u alle instellingen die u in
de functie Tijdsprogramma's ingevoerd hebt op de fa-
brieksinstelling terug. Alle andere instellingen die ook tij-
den bevatten, zoals bijv. Datum/tijd blijven onveranderd.
Terwijl de systeemthermostaat de instellingen van de tijds-
programma's op de fabrieksinstellingen terugzet, verschijnt
op het display wordt uitgevoerd. Daarna verschijnt op het
display de basisweergave.
Menu → Basisinstellingen → Fabrieksinstelling → Alles
–
Terwijl de systeemthermostaat de instellingen naar de
fabrieksinstellingen terugzet, verschijnt op het display
Fabrieksinstelling resetten wordt uitgevoerd. Daarna
verschijnt op het display de installatieassistent, die alleen
de installateur mag bedienen.
5.2.19 Installateurniveau
Het installateurniveau is voorbehouden aan de installateur
en wordt daarom beschermd met een toegangscode. In dit
niveau kan de installateur de vereiste instellingen uitvoeren.
Opgelet!
Gevaar voor een storing!
De functie Fabrieksinstelling → Alles zet
alle instellingen op de fabrieksinstelling terug,
ook de instellingen die de installateur inge-
steld heeft. Het kan zijn dat de CV-installatie
daarna niet meer functioneert.
▶
Laat de installateur alle instellingen op de
fabrieksinstellingen terugzetten.
Gebruiksaanwijzing 0020237630_03