Schakelen
BELANGRIJK: Denk aan het volgende:
•
Zet de buitenboordmotor alleen in of uit versnelling terwijl de motor stationair draait. Als u schakelt bij
een hoger motortoerental dan stationair, kan het onderwaterhuis beschadigd raken.
•
Schakel de buitenboordmotor niet naar achteruit als de boot sneller dan 6 km per uur vaart. Als u bij
een hogere vaarsnelheid in achteruit schakelt, kan de motor afslaan, wat er soms toe leidt dat er water
in de cilinders wordt gezogen: dat veroorzaakt ernstige motorschade.
•
Schakel de buitenboordmotor niet naar achteruit als de motor niet draait. Anders kunnen de
schakelverbindingen beschadigd raken.
•
De buitenboordmotor heeft drie schakelstanden: vooruit (F), neutraal (N) en achteruit (R).
•
Modellen met afstandsbediening—stop steeds in de neutrale positie om het stationaire toerental van
de motor te laten stabiliseren alvorens naar een andere versnelling te schakelen.
•
Modellen met stuurknuppel—verminder het motortoerental tot stationair alvorens naar een andere
versnelling te schakelen.
•
Schakel de buitenboordmotor altijd met een soepele beweging.
•
Nadat de buitenboordmotor is geschakeld, zet u de afstandsbedieningshendel naar voren of draait u
de gashendel (modellen met stuurknuppel) om het motortoerental te verhogen.
De motor afzetten
1.
Modellen met afstandsbediening - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor in de
neutrale stand. Draai de contactsleutel naar de stand UIT.
2.
Modellen met stuurknuppel - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor in de
neutrale stand. Druk op de motorstopknop of draai de contactsleutel naar de stand UIT.
Starten bij storing
Als het startsysteem niet werkt, kunt u het reservestartkoord (bijgeleverd) gebruiken en deze procedure
volgen.
nld
BEDIENING
OFF
26843
26776
39