VERWARMING
BUITENUNIT
TEMPERATUUR
RXS35/50/60
DB
3MXS52/68
4MXS68/80
DB
5MXS90
RZQG71/100/
DB
125/140
RZQ200/250
DB
RZQSG71
DB
RZQSG100/125/
DB
140
RZQ140
DB
BUITENUNIT
TEMPERATUUR
RXM35/50/60
DB
3MXM40/52/68
4MXM68/80
DB
5MXM90
RZAG71/100/
DB
125/140
RZASG71/100/125/
DB
140
* Om condensatie en het druppelen van water uit de binnenunit
te voorkomen.
DB: droge-bol-temperatuur
WB: natte-bol-temperatuur
Het instelbereik van de temperatuur van de afstandsbediening
is 16°C tot 32°C, afhankelijk van de verwarmings-/
koelingsstand.
4. INSTALLATIELOCATIE
Met betrekking tot de plaats van installatie
• Is de airconditioner geïnstalleerd in een goed
geventileerde ruimte waar er geen obstructies
zijn?
• Installeer de airconditioner niet in de volgende
plaatsen.
a. In ruimten waar veel oliedampen van minerale
oliën hangen.
b. Op plaatsen waar de lucht erg zout is, zoals
een strandgebied.
c. Op plaatsen waar zwaveldampen voorkomen,
zoals bij warmwaterbronnen.
d. In ruimten waar veel spanningsschommelingen
optreden, zoals in fabrieken.
e. In voer- en vaartuigen.
f. In ruimten met veel oliespatten of stoom, zoals
in een keuken.
g. In de buurt van machines die
elektromagnetische golven opwekken.
h. In ruimten waar zuren en/of alkalinedampen
voorkomen.
6
BINNEN
BUITEN-
TEMPERATUUR
DB
– 15 tot 24
10 tot 30
WB
– 16 tot 18
DB
– 15 tot 24
10 tot 30
WB
– 16 tot 18
DB
–19,5 tot 21
10 tot 27
WB
–20 tot 15,5
DB
– 14 tot 21
10 tot 27
WB
– 15 tot 15
DB
– 14 tot 21
10 tot 27
WB
–15 tot 15,5
DB
– 14 tot 21
10 tot 27
WB
–15 tot 15,5
DB
– 19,5 tot 21
10 tot 27
WB
– 20 tot 15,5
BINNEN
BUITEN-
TEMPERATUUR
DB
– 15 tot 24
10 tot 30
WB
– 16 tot 18
DB
– 15 tot 24
10 tot 30
WB
– 16 tot 18
DB
– 19,5 tot 21
10 tot 27
WB
– 20 tot 15,5
DB
– 14 tot 21
10 tot 27
WB
– 15 tot 15,5
[°C]*
Met betrekking tot de bedrading
• Laat de aanleg van de elektrische bedrading
uitsluitend door gekwalificeerd personeel
uitvoeren.
Raadpleeg hierover uw lokale dealer. Leg de
bedrading nooit zelf aan.
• Zorg ervoor dat de unit wordt voorzien van een
gescheiden voedingssysteem en dat al het
werk aan elektrische bedrading wordt
uitgevoerd door erkende elektriciens en
conform de landelijk geldende voorschriften
en de instructies van deze
installatiehandleiding.
Besteed ook aandacht aan het geluid van
het in werking zijnde systeem
• Zijn de volgende plaatsen gekozen?
a. Een plaats die sterk genoeg is om het gewicht
van de airconditioner te kunnen dragen en
die weinig trillingen en geluid overbrengt.
b. Een plaats waar de warme lucht uit de
luchtuitlaat van de buitenunit en het geluid van
het apparaat geen overlast veroorzaken voor
uw buren.
• Weet u zeker dat er geen voorwerpen voor
de luchtuitlaat van de buitenunit staan?
Dergelijke voorwerken kunnen de prestaties
verminderen en bijgeluiden veroorzaken.
• Schakel de airconditioner uit wanneer deze
een ongewoon geluid maakt tijdens gebruik
en neem dan hierover contact op met uw
lokale dealer.
Met betrekking tot de afvoerleiding
• Is de afvoerleiding correct aangelegd om een
volledige afvoer te garanderen?
Als de afvoerleiding niet correct is aangelegd, kan
er zich stof of vuil gaan ophopen wat
waterlekkage tot gevolg kan hebben. Als dit het
geval is, moet u de airconditioner stopzetten en
contact opnemen met uw lokale dealer.
5. BEDIENING
• Lees de handleiding die is meegeleverd met
de afstandsbediening.
• Ter bescherming van de unit moet de
hoofdschakelaar 6 uur voordat de unit in gebruik
wordt genomen worden aangezet.
• Sluit de stroomtoevoer niet af tijdens
seizoensgebruik van de airconditioner.
Dit is om de airconditioner goed te laten werken.
• Indien de hoofdschakelaar tijdens bedrijf wordt
uitgezet, wordt de werking automatisch hervat
nadat de hoofdschakelaar weer wordt aangezet.
Nederlands