6 STORING
WAARNEMING
Ventilatie-unit draait op een hoger
toerental dan bij de eerste in
gebruik name.
Led indicatie licht "2 x oranje" op
bij het bedienen van de schakelaar.
Ventilatie-unit gaat naar hoog
toerental – het gewenste debiet
wordt niet gehaald.
Er is periodiek enkel afvoer en
geen toevoer van de lucht.
Geurhinder nabij het toestel.
Borrelgeluiden nabij het toestel.
Ongewenste geuren van verse
toevoerlucht.
Condenswater komt uit de unit.
22
STORING
OORZAAK
Filters vervuild.
Filters vuil.
Luchtstroming geblokkeerd. Door
de constante debietcontrole is er
een automatische aanpassing van
het toerental indien obstructies de
luchtstroom beperken.
De automatische vorstbeveiliging
is actief (ontdooicyclus van de
unit).
Sifon staat droog.
Aanzuigopening ventilatie-unit
staat te dicht in de buurt van een
van uitblaasopening vervuilde lucht
(dampkap, schoorsteen, uitblaas-
opening ventilatie-systeem , ....).
De luchtkanalen zijn niet goed
aangesloten.
De condensafvoer is niet goed
aangesloten.
De unit hangt niet onder de aan-
gegeven hoek.
OPLOSSING
Filters reinigen
(zie pag. 6).
Vervang de filters en reset het
foutsignaal (zie pag. 6).
Controleer:
- of alle kanalen correct zijn
aangesloten (zie pag. 15).
- of er (tijdens de bouwfase)
geen ongewenste onderdelen
in de ventilatie-unit zijn terecht
gekomen.
- er geen scherpe bochten,
geplette kanalen, ... aanwezig
zijn in de stijgleidingen.
Dit is de normale werking van het
toestel waarbij periodiek, de
ventilatie-unit met warme binnen-
lucht wordt verwarmd.
Indien dit niet wenselijk is kan u tot
buitentemperaturen van -15°C in
balans ventileren door gebruik te
maken van het EVVE
(enkel bij EP versie zie pag. 14-15).
Vul de sifon met water.
Let bij installatie er steeds op dat
de aanzuigopening voor verse
lucht voldoende ver gelegen is van
uitblaasopeningen van vervuilde
lucht.
Indien dit niet mogelijk is, of u geen
controle heeft over de verspreiding
van ongewenste geuren kan u een
actief koolfilter plaatsen in het verse
lucht toevoerkanaal.
Voor een correcte werking mogen
de toe- en afvoerzijde niet verwis-
seld worden. Controleer of de
aansluitingen overeenkomen met
de aansluitingen op pag. 14-15.
Zorg ervoor dat de condensafvoer
goed is aangesloten (zie pag. 16).
Hang met de vooropgestelde hel-
ling (zie handleiding pag. 9).