CONDENSAFVOER
INBEDRIJFSTELLING
EN INREGELING
16 CONDENSAFVOER
De condens afkomstig van de ventilatie-unit dient op een correcte
manier afgevoerd te worden. Hiervoor dient de ventilatie-unit vorstvrij
en luchtdicht aangesloten te worden op de binnen riolering. Een sifon
maakt deel uit van dit afvoersysteem en dient afzonderlijk door de
installateur voorzien te worden. De condensafvoer van de ventilatie-
unit mag niet met een lijmverbinding vastgemaakt worden en moet de-
monteerbaar blijven. Monteer hiervoor de meegeleverde mof met een
glijmiddel op de condensafvoer. Als de condensafvoer met een slang
op het sifon wordt aangesloten, is het belangrijk dat het uiteinde van de
slang minimaal 60 mm onder het waterniveau uitmondt. Voor een vaste
aansluiting adviseren wij een extra vulmogelijkheid nabij de sifon.
De aansluiting aan het ventilatietoestel is Ø 32mm.
De standenschakelaar is af fabriek aangemeld bij de ventilatie-unit.
Indien alle luchttechnische en elektrische aansluitingen uitgevoerd zijn mag de
stekker in het stopcontact gestoken worden.
Na 1 minuut beginnen de ventilatoren kortstondig (circa 4 sec.) op te toeren
Vervolgens heeft u 10 minuten om de luchthoeveelheid in te stellen en om extra
optionele standenschakelaars te koppelen.
INSTELLEN VAN DE LUCHTHOEVEELHEID:
Druk gedurende minimum 3 seconden op de knop van stand 3 en laat los
zodra de led in het midden van de schakelaar een reeks van lichtsignalen geeft.
Deze geven de ingestelde luchthoeveelheid aan. Af fabriek is dit 1x oranje.
Ledindicatie
1x groen
2x groen
1x oranje (standaard)
2x oranje
3x oranje
1x rood
2x rood
D275(EP) II
185 m³/h
200 m³/h
215 m³/h
230 m³/h
245 m³/h
260 m³/h
275 m³/h