5.2.3.4
Vullen koelmiddel
Is het koelsysteem niet of met onvoldoende koelmiddel gevuld, dan wordt de koelmiddelpomp
na ong. een minuut uitgeschakeld (bescherming tegen beschadiging). Tegelijkertijd wordt op
het lasgegevensdisplay de melding koelmiddelstoring/koelmiddelgebrek weergegeven.
•
Reset de koelmiddelstoring, vul koelmiddel bij en herhaal het proces.
Het apparaat wordt af fabriek met een minimum koelmiddelvulling uitgeleverd.
Pos. Symbool Beschrijving
1
2
3
4
•
Dop koelmiddeltank losdraaien.
•
Filterstuk op vervuiling controleren, indien nodig reinigen en op in de juiste positie plaatsen.
•
Koelmiddel tot aan het filterstuk bijvullen en dop opnieuw vastdraaien.
Het koelmiddelpeil mag niet onder de markering "min" dalen!
Staat het koelmiddel onder het minimumpeil van de koelmiddeltank dan kan het ontluchten van
het koelvloeistofcircuit noodzakelijk zijn. In dergelijke gevallen zal het lasapparaat de
koelmiddelpomp uitschakelen en de koelmiddelstoring aangeven, > zie hoofdstuk 7.2.
5.2.4
Aansluiting lastoorts
Te hoge belasting van de koelmiddelpomp!
De koelmodule mag niet zonder aangesloten lastoorts in gebruik worden genomen, omdat de
koelmiddelpomp anders door thermische overbelasting (het koelmiddel kan niet in het
koelcircuit circuleren) wordt vernield.
•
Verbind de koelmiddelaansluitingen van de watergekoelde lastoorts met de koelmodule.
•
Wanneer luchtgekoelde lastoortsen worden gebruikt, moeten de besturings- en
voedingskabel tussen koelmodule en lasapparaat geïsoleerd worden!
•
Klik de aansluitnippels van de koelvloeistofslangen in de betreffende snelkoppelingen vast:
Retour rood aan snelkoppeling rood (retourleiding koelmiddel) en
toevoer blauw aan snelkoppeling blauw (toevoerleiding koelmiddel)
099-008593-EW505
8.02.2023
0
Dop koelmiddeltank
Koelmiddelzeef
Koelmiddeltank > zie hoofdstuk 5.2.3
Markering "min"
Minimumpeil koelmiddel
Afbeelding 5-2
Opbouw en functie
Transport en installatie
19