Luchtafvoer of luchtcirculatie
selecteren
De dampkap is geschikt voor luchtaf-
voer en luchtcirculatie. Het vermogen
van de afzuiging wordt aangepast op
de gekozen werkingswijze. Standaard
is luchtcirculatie ingesteld. Voor lucht-
afvoer moet de dampkap opnieuw in-
gesteld worden.
Er wordt overgeschakeld op luchtafvoer
door de bedrijfsurenteller voor de anti-
geurfilter(s) te deactiveren.
Raak de aan-uittoets aan als het
wasemscherm is ingeschoven.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt totdat de symbolen vetfil-
ter en antigeurfilter branden.
Raak het antigeurfiltersymbool
aan.
Het antigeurfiltersymbool en één van
de vermogensstanden gaan knipperen.
Druk dan op de toets B.
Bevestig de procedure met de anti-
geurfiltertoets.
Alle controlelampjes gaan uit.
Luchtafvoer is ingesteld.
Bevestigt u de procedure niet binnen
4 minuten na het instellen, dan neemt
het toestel automatisch de oude instel-
ling weer over.
Eerste ingebruikneming
Plug&Play activeren/deactive-
ren
Raak de aan-uittoets aan.
Alle symbolen branden minder fel.
Houd de toets voor de nalooptijd
ingedrukt.
Na enkele seconden branden de sym-
bolen vetfilter en antigeurfilter , na
nog eens 5 seconden brandt indicator 1
van de vermogensweergave van de af-
zuiging.
Het wasemscherm schuift naar buiten.
Raak daarna volgende toetsen achter
elkaar aan:
- de 1-toets,
- de verlichtingstoets en nog een
keer
- de toetsverlichting.
Als Plug&Play gedeactiveerd is, knippe-
ren de weergaven 1 en 3.
Als de functie geactiveerd is, branden
de weergaven 1 en 3 continu.
Activeer het powermanagement door
de toets B aan te raken.
De standen 1 en 3 branden continu.
Raak de toets 1 aan om te deactive-
ren.
De standen 1 en 3 knipperen.
Druk op toets uitloop om de pro-
cedure te bevestigen.
Alle lampjes gaan uit.
Als u de procedure niet binnen 4 minu-
ten bevestigt, neemt het toestel auto-
matisch de oude instelling over.
17