Deze dampkap werkt zeer efficiënt en
energiebesparend. Volgende maatre-
gelen ondersteunen u bij het spaarzame
gebruik:
- Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij
luchtafvoer niet voldoende lucht, dan
werkt de dampkap niet efficiënt en
zijn er verhoogde werkingsgeluiden.
- Kook op een zo laag mogelijke kook-
stand. Weinig kookdampen beteke-
nen een lage vermogensstand aan de
dampkap en hierdoor ook minder
stroomverbruik.
- Als er tijdens het koken veel stoom
ontstaat, dient u de pannen zo dicht
mogelijk bij de dampkap te plaatsen.
Bereid gerechten zoveel mogelijk al-
leen in gesloten potten of pannen. Zo
voorkomt u, dat er onnodig warmte
ontsnapt.
Als u met open pannen kookt, leg er
dan schuin een deksel op. Leg bij-
voorbeeld een pollepel tussen de pan
en het deksel. De kookdampen wor-
den naar de afzuiging geleid, die zo
optimaal werkt.
Tips om energie te besparen
- Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters
wordt het vermogen verlaagd en be-
staat er brandgevaar. Voorts bestaat
dan een risico voor de hygiëne.
- Gebruik de Con@ctivity-functie. De
dampkap wordt automatisch in- en
uitgeschakeld. De dampkap kiest de
optimale vermogensstand voor des-
betreffende situatie en zorgt zo voor
een laag energieverbruik.
- Als u de dampkap handmatig be-
dient, let dan op het volgende:
– Controleer het ingestelde vermo-
gen op de dampkap. Meestal is
een lage vermogensstand vol-
doende. Gebruik de boosterstand
alleen als dat nodig is.
– Schakel als er veel damp vrijkomt
tijdig naar een hogere vermogens-
stand. Dat is efficiënter dan door
langdurig afzuigen te proberen
dampen terug te zuigen die zich al
in de keuken hebben verspreid.
– Let erop om de dampkap na het
koken weer uit te schakelen.
Als na het koken de lucht in de
keuken nog gezuiverd moet wor-
den van aanwezige damp en geu-
ren, gebruikt u de uitloopfunctie.
De afzuiging wordt na de gekozen
uitlooptijd automatisch uitgescha-
keld.
33