Controleert U het olie niveau als de motor uitgeschakeld is (min. 5 minuten) en loodrecht
staat (op de grond).
• De oliedop/peilstok (15) verwijderen en schoonmaken. De pijlstok bevindt zich links van
de motor.
• Oliepeilstok weer in oliehouder steken, zonder hem vast te draaien, en dan de
oliepeilstok weer eruit nemen om de stand af te lezen.
• Oliedop/ peilstok terugplaatsen en goed vastdraaien.
15: Oliepijlstok. 7. Olieafvoerbout
AANWIJZING
Een lage olie stand kan motorschade veroorzaken. In dit geval zijn de verkoper en fabrikant
niet aansprakelijk voor garantie claims.
Motorolie bijvullen:
Als de oliestand te laag is, de olie langzaam in de motorolievulopening gieten. Niet
over vullen. Motorolie bijvullen tot het zichtbaar in de olie inlaat staat (= onderkant van de
olie-inlaat/ ingang).
9.4. Afvoeren van olie uit de machine
Plaats een voldoende grote plastic opvangbak onder de olie afvulopening om alle
olie te kunnen vangen. Draai de olie afvoerbout (7) van de motor en laat de olie
volledig weglopen. Verwijder de olie volgens bovenstaande voorschriften.
9.5 Banden druk
Bij werkzaamheden aan de banden moet u er op letten dat de sneeuwfrees op steunen is
geplaatst en gezekerd tegen wegrollen. Reparaties aan de banden mogen alleen door
vakmensen uitgevoerd worden. De bandendruk regelmatig controleren ( max. 1,7 bar) Door
WAARSCHUWING
MILIEUVERVUILING
Ter bescherming van het milieu een kunststof folie en opvangbak
onder de machine leggen om de weglopende olie op te vangen.
Gebruikte motorolie milieuvriendelijk afvoeren. Wij adviseren
oude olie in een afgesloten tank af te leveren bij een recycle
center of een verzamelstation. Oude olie niet in een afvalton,
sloot, afvoerput of op de grond laten weglopen.
15 Oliepijlstok