De uitwerphoogte/ afstand van de sneeuw wordt vooral bepaald door de uitwerpunit deksel
(13). De gewenste hoek van de deksel in stellen met stuurunit aan de bedieningsconsole
(5).
9.7 Schuurstrip en geleideplaten
Door de geleideplaten (9) kunt u de schuurstrip (8) hoger of lager afstellen.
Bij een gladde/vlakke ondergrond zoals asfalt of beton moet de schuurstrip over het
oppervlakte geleiden.
Op oneffen oppervlakten (kiezel, klinkers) moet u de schuurstrip hoger zetten. Een te lage
afstelling zorgt voor een overbelasting van het aandrijfmechanisme en onnodige slijtage
aan de schuurstrip zonder dat u een beter "sneeuw ruimresultaat" bereikt.
1. De frees aan de voorzijde opheffen d.m.v. het plaatsen van een stuk hout (stel de
machine op de gewenste hoogte).
2. de schuurstrip moet parallel aan bodemoppervlakte lopen
3. moeren van van de geleideplaten losdraaien en de geleideplaten op de grond laten
rusten.
4. Moeren weer vastdraaien en erop letten dat de geleideplaten gelijkmatig zijn ingesteld
(beide op de zelfde hoogte staan!)
5. Houtblok verwijderen, zodat de voorzijde van de machine wordt gedragen door de
geleideplaten.
9.8 Differentieel blokkering
Om de sneeuwfrees bij het gebruik makkelijker te kunnen bedienen, kan het rechter wiel/
rups met behulp van de aandrijfblokkering uitgeschakeld worden.
1. Sneeuwfrees uitzetten, sleutel verwijderen und bougiedop verwijderen
2. Om de aandrijfblokkering uit te schakelen, aandrijfblokker stift uittrekken.
3. Om de aandrijfblokkering weer in te schakelen, de aandrijfblokker stift weer naar binnen
drukken.
Aanwijzing:
Als de schuurstrip beschadigt of versleten is dan
moet deze worden vervangen.
1. Machine achterover hellen
2. Bouten en moeren verwijderen.
3. Schuurstrip uitwisselen.