Inhoudsopgave
Advertenties
Code en beschrijving
XA5-XXXX
(vergrendelstoring)
Temperatuurstoring
De temperatuurlimiet is
overschreden
X48-XXXX
(blokkeerstoring)
Sensorstoring
Open circuit van
temperatuursensor
X46-XXXX
(blokkeerstoring)
Sensorstoring
Kortsluiting van
temperatuursensor
X57-XXXX
(vergrendelstoring)
Kortsluiting van de
vlamsensor
XAC-XXXX
(blokkeerstoring)
Storing
luchtdrukschakelaar
De schakelaar is niet
gesloten wanneer de
ventilator draait tijdens
voorspoelen
76
Oorzaak
De temperatuur in de tank is boven
95ºC.
Sensor is niet (juist) aangesloten.
Beschadigde bedrading en/of defecte
sensor.
Kortsluiting in het sensorcircuit.
Elektrische aansluiting tussen de
vlamsensor en de tank of brander.
De slangen zijn beschadigd.
De bedrading is beschadigd.
Luchtlekkage tussen de venturi en de
luchtaansluiting.
Maatregel
Raadpleeg storing X54-XXXX (zie 11.1.3).
-
Controleren of de bedrading tussen
1 en 4 van J9 is aangesloten en niet is
beschadigd.
-
Indien nodig, de bedrading vervangen
of opnieuw aansluiten.
-
De besturing resetten wanneer de
bedrading opnieuw is aangesloten.
-
Controleren of de connector is
aangesloten op J10.
-
Controleren of de draad is aangesloten
op de sensor.
De bedrading en/of de sensor vervangen.
De bedrading en/of de sensor vervangen.
-
Zorg dat de vlamsensor de tank niet
raakt.
-
Vervang indien nodig de vlamsensor.
-
Zorg dat de branderkamer droog is.
-
Zorg dat de kabels van de vlamsensor
goed zijn aangesloten.
-
Sluit de vlamsensor indien nodig
opnieuw aan.
-
Controleren of de slangen tussen de
luchtdrukschakelaar en de ventilator,
en de luchtdrukschakelaar en het
gasblok niet zijn beschadigd, en de
besturing resetten.
-
Vervang indien nodig de slangen.
-
De besturing resetten wanneer de
slang(en) is vervangen en opnieuw is
aangesloten.
-
Controleren of de bedrading tussen de
luchtdrukschakelaar en de besturing is
aangesloten en niet is beschadigd.
-
Vervang de bedrading, of sluit de
bedrading opnieuw aan indien nodig.
-
De besturing resetten wanneer de
bedrading is vervangen of opnieuw is
aangesloten.
-
Controleren of de luchtaansluiting is
beschadigd. Vervang de
luchtaansluiting indien nodig.
-
Controleren of de slang goed op de
venturi is aangesloten. Indien nodig,
de klem aandraaien.
Gedeelte over de installatie en het onderhoud
Advertenties
Inhoudsopgave
