Inhoudsopgave
Advertenties
8.9
8.9.1
8.9.2
n
50
Inbedrijfstelling
De boiler in bedrijf stellen:
1.
Vul de boiler (zie 8.9.1)
2.
Controleer het luchtdrukverschil (zie 8.9.2)
3.
Controleer de voordruk (van gas) (zie 8.9.3)
4.
Controleer de CO
waarde (zie 8.9.4)
2-
5.
Schakel de boiler in (zie 8.9.5)
Vullen
Raadpleeg het Installatieschema wanneer u de boiler vult:
1.
Open de afsluiter (11) in de toevoerleiding van het warme water.
2.
Open de afsluiters (4) van de circulatieleiding (C), indien van toepassing.
3.
Controleer of de aftapkraan (9) is gesloten.
4.
Open het dichtstbijzijnde tappunt van de warmwaterleiding (14).
5.
Open de kraan van de inlaatcombinatie (2) in de leiding van de koudwatertoevoer
(A). Koud water stroomt de boiler binnen.
6.
Vul de boiler totdat een sterke stroom water uit het dichtstbijzijnde tappunt stroomt.
De boiler is volledig gevuld.
7.
Open alle tappunten om de hele installatie te ontluchten.
De druk van de watertoevoer in de boiler is nu in orde.
8.
Controleer of er geen water uit het drukreduceerventiel van de inlaatcombinatie (2),
of uit het T&P-ventiel (3) stroomt. Als er wel water uit komt:
-
Onderzoek of de watertoevoerdruk hoger is dan de gespecificeerde waarde in
de Technische informatie. Installeer, indien nodig, een drukreduceerventiel (1).
-
Onderzoek of het drukreduceerventiel van de inlaatcombinatie goed is
geïnstalleerd en goed werkt. Vervang, indien nodig, het overstortventiel.
Luchtdrukverschil
Controleer het luchtdrukverschil bij de luchtdrukschakelaar:
1.
Ontkoppel slang H van de luchtdrukschakelaar en sluit deze zijde van de slang aan
op de + van de manometer.
2.
Disconnect hose L of the air pressure switch and connect this side of the hose to the
- of the pressure gauge.
3.
Zet de boiler aan (zie 4.1).
4.
Lees de drukwaarde af van de manometer terwijl de boiler voorspoelt.
5.
Vergelijk de gemeten waarde met de waarde in de tabel (zie 12.1).
Opmerking
Als het luchtdrukverschil niet juist is, raadpleeg dan Weergegeven storingen (zie
11.1.2), storing LDS met code XAC–XXXX.
6.
Zet de besturingsschakelaar op de voorkant van de boiler op 0 om de boiler uit te
schakelen.
Gedeelte over de installatie en het onderhoud
Advertenties
Inhoudsopgave
