Samenvatting van Inhoud voor AO Smith Innovo IR 12-160
Pagina 1
Innovo Condenserende hoogrendement boiler IR 12-160/12-200/20-160/20-200/24-245/ 24-285/32-245/32-285/32-380 Installatie-, Gebruikers en Servicehandleiding...
Pagina 2
Gegevens onderhevig aan verandering. A.O. Smith Hoofdkantoor Europa De Run 5305 T : +31 (0)40 294 2500 Postbus 70 info@aosmith.nl 5500 AB Veldhoven www.aosmith.be Nederland...
Conformiteit Om op een veilige manier warm water voor huishoudelijk gebruik te produceren, zijn het ontwerp en de constructie van de Innovo-boilers in overeenstemming met: • de Europese Richtlijn 2016/426 betreffende apparaten voor het verbranden van gasvormige brandstoffen (GAR). • De Europese norm voor gasgestookte–opslagboilers voor de productie van warm water voor huishoudelijk gebruikt (EN89).
Informatie over deze handleiding Inhoud Deze handleiding geeft informatie over een veilig en juist gebruik van de boiler en hoe deze op een goede manier moet worden geïnstalleerd en onderhouden. De instructies in deze handleiding dienen te worden nageleefd. Let op Lees deze handleiding eerst zorgvuldig door voordat u de boiler start.
Notatieconventies In deze handleiding worden de volgende conventies voor tekst gebruikt: • Cijfers tussen haakjes, bijvoorbeeld (1), verwijzen naar onderdelen in een afbeelding die in de tekst worden beschreven. • Tekst weergegeven op het bedieningspaneel wordt altijd afgebeeld zoals de tekens op het display, bijvoorbeeld parameter 120 of Off.
Inhoudsopgave Voorwoord.................. 3 Copyright................3 Handelsmerken..............3 Garantie................3 Aansprakelijkheid............... 3 Conformiteit..............4 Voorschriften..............4 Contactinformatie...............4 Informatie over deze handleiding..........5 Inhoud................5 Doelgroep................. 5 Notatieconventies...............6 Documentaanduiding............6 Gedeelte voor de gebruiker........11 Inleiding..................13 Veiligheid.................. 15 Bediening.................. 17 Bedieningspaneel............. 17 3.1.1 Besturingsschakelaar............17 3.1.2 Knoppen................18 3.1.3...
Pagina 8
4.2.1 Naar de ON-modus schakelen..........23 4.2.2 Watertemperatuur instellen..........23 De boiler uitschakelen............24 4.3.1 De boiler kortstondig uitschakelen........24 4.3.2 Spanningsloos maken............24 4.3.3 De boiler voor een lange periode uitschakelen...... 24 Gedeelte over installatie, service en onderhoud..25 Inleiding..................27 Informatie over de boiler...........
Inleiding De Innovo-boiler slaat water op en verwarmt water voor sanitaire doeleinden. Koud water stroomt via de waterinlaat (1) de onderzijde van de tank binnen. Het verwarmde water verlaat de tank aan de bovenzijde via de warmwateruitlaat (2). Om de boiler te bedienen, worden het bedieningspaneel (3) en de besturingsschakelaar (4) gebruikt.
Veiligheid A.O. Smith kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade of letsel veroorzaakt door: • Het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding. • Onzorgvuldig handelen tijdens het gebruik of het onderhouden van de boiler. Iedere gebruiker moet het gedeelte voor de gebruiker in deze handleiding bestuderen en de instructies die in dit gedeelte van de handleiding worden gegeven strikt naleven.
Bediening Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bestaat uit: • een besturingsschakelaar (zie sectie 3.1.1) op de linkerzijde van de boiler • 5 drukknoppen (zie sectie 3.1.2) om door het menu te bladeren • een LCD-display (zie sectie 3.1.3) waarop de instellingen, functies, waarden en storingen worden weergegeven.
3.1.2 Knoppen Met de vijf knoppen op het bedieningspaneel kunt u het menu van de boiler openen. Knop Functie Omhoog scrollen / Omhoog Omlaag scrollen / Omlaag [ENTER] Enter / Bevestigen [RESET] Resetten / Annuleren [MENU] Ga naar menu 3.1.3 LCD display Het LCD-display toont zeven verschillende symbolen langs de buitenrand van het display en drie tekens in het midden van het display.
De menuparameters voor de gebruiker zijn: Parameter Beschrijving Eenheid/ Instelbaar Bereik Standaard Waarde Schakel de boiler in of uit. OFF - boiler uitgeschakeld (OFF- modus) ON - boiler ingeschakeld (ON- modus) Setpoint ON-modus ºC 40…max setpoint Hysterese ºC 2…15 Setpoint EXT-modus (005) in- of ENA - Inschakelen uitschakelen.
Wanneer de boiler het water niet verwarmt, wordt alleen de daadwerkelijke temperatuur getoond. De symbolen Warmtevraag en In bedrijf worden niet weergegeven. Afb. Daadwerkelijke Afb. Setpoint Afb. Stand-by watertemperatuur 3.2.1.3 Externe ON-modus In de externe ON-modus reageert de boiler op een warmtevraag wanneer de relaisschakelaar is gesloten.
3.2.4 Anodewaarschuwing Een anode beschermt de tank tegen corrosie. Wanneer de anodebescherming niet actief is, toont het display Ano. Neem contact op met uw onderhoudsmonteur. Afb. Weergave van een anodewaarschuwing Opmerking Wanneer u de anodewaarschuwing negeert, kan de tankbescherming niet worden gegarandeerd.
Gebruik Parameterwaarde instellen Een parameterwaarde instellen: Druk op [MENU] om het gebruikersmenu te openen. Druk op [ ] of [ ] om naar de betreffende parameter te scrollen, raadpleeg Parameters (zie sectie 3.1.3). Druk op [ENTER] om deze te selecteren. Wijzig met [ ] of [ ] de waarde van de parameter.
De boiler uitschakelen 4.3.1 De boiler kortstondig uitschakelen Om de boiler korter dan twee maanden uit te schakelen, wijzigt u parameter 001 in OFF, raadpleeg Een parameterwaarde instellen (zie sectie 4.1). De boiler wordt in de OFF-modus (zie sectie 3.2.1.1) gezet en de vorstbeveiliging is ingeschakeld.
Inleiding Informatie over de boiler De Innovo-boiler is bedoeld om water te verwarmen voor sanitaire doeleinden. De Innovo werkt op gas en is een condenserend voorraadtoestel met een ventilator in de luchttoevoer. De verbrandingsgassen brengen de warmte over op het water via een efficiënte warmtewisselaar.
Pagina 28
Wanneer de temperatuur te laag is, start de boiler een opwarmcyclus: De besturing detecteert een "warmtevraag". Het pictogram "Warmtevraag aanwezig" wordt weergegeven op het display van de boiler. De ventilator begint met voorspoelen. De luchtdrukschakelaar sluit wanneer het luchtdrukverschil voldoende is. De gloeiontsteker start het voorgloeien.
Veiligheid Veiligheidsinstructies Raadpleeg Veiligheid (zie sectie 2) in het gedeelte voor de gebruiker in deze handleiding voor veiligheidsinstructies voor het gebruik van de boiler. Waarschuwing De installatie en het onderhoud moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde monteur en volgens de algemene en lokale voorschriften van de gas-, water-, en stroomleveranciers en de brandweer.
Let op De anodebescherming blijft actief wanneer de boiler in de OFF-modus staat en de besturingsschakelaar op 0 is gezet. Opmerking Eventuele lekkages van de tank en/of de aansluitingen kunnen schade veroorzaken aan de direct omgeving of de vloeren onder het niveau van de opstellingsruimte. Installeer de boiler boven een afvoer voor afvalwater of in een geschikte metalen lekbak.
Veiligheidsvoorzieningen Afb. Veiligheidsvoorzieningen 1. Temperatuursensor 2. Gasblok 3. Luchtdrukschakelaar 4. Ionisatiepen Veiligheidsvoorzieningen van de boiler: Temperatuursensor (1) De boiler regelt de watertemperatuur met een temperatuursensor: • T < 5 ºC, vorstbescherming is geactiveerd. • T > 90 ºC (blokkeerstoring), max. temperatuur. •...
Milieu-aspecten 6.4.1 Recyclen Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk, recyclebaar en relatief eenvoudig af te voeren. 6.4.2 Afvoeren Oude toestellen die niet meer gebruikt worden, bevatten materialen die moeten worden gerecycled. Leef de lokale voorschriften voor het afvoeren van oude apparaten die niet meer gebruikt worden na.
Boiler Opbouw van de boiler De boiler heeft de volgende hoofdonderdelen: Besturing (8) De besturing controleert en beheert alle interne processen van de boiler zodat deze veilig werkt. Bedieningspaneel (1) Het bedieningspaneel heeft vijf knoppen en een display met 3 tekens om de boiler in te stellen en de status te controleren.
Pagina 34
Gedeelte over installatie, service en onderhoud...
Installatie Waarschuwing De installatie moet worden uitgevoerd door een hiertoe gekwalificeerd persoon en in overeenstemming met algemene en lokale voorschriften hiervoor. Let op De boiler mag niet worden gebruikt in ruimtes waarin chemische stoffen zijn opgeslagen of worden gebruikt vanwege het risico op een explosie en corrosie van de boiler. Sommige drijfgassen, bleekmiddelen en ontvettingsmiddelen enzovoort kunnen explosieve dampen afgeven en/of de boiler sneller doen roesten.
Wateraansluitingen 8.4.1 Koudwateraansluiting Opmerking Er moet een inlaatlaatcombinatie worden geïnstalleerd. Installeer de inlaatcombinatie zo dicht mogelijk bij de boiler. Waarschuwing Installeer nooit een afsluiter of een terugslagklep tussen de inlaatcombinatie en de boiler. De koudwateraansluiting installeren: Wanneer de toevoerdruk van de waterleiding te hoog is, installeert u een drukreduceerventiel (1), raadpleeg de Technische informatie.
8.4.3 Circulatie-aansluiting Installeer een circulatiepomp wanneer een directe stroom van warm water bij tappunten (in warmwaterleiding) nodig is. Dit verbetert het comfort en vermindert watergebruik. Opmerking Gebruik de speciale aansluiting voor de circulatieleiding op de boiler voor een meer efficiënt gebruik van de boiler. Opmerking Controleer of de pomp het juiste vermogen heeft voor de lengte en de weerstand van het circulatiesysteem.
Installeer de toevoerleiding voor gas op het gasblok. Controleer of er geen gas lekt. Luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem Er zijn verschillende mogelijkheden om de luchtinlaat en de rookgasschoorsteen te installeren: Installatietype Versie Beschrijving Open Lucht voor de verbranding wordt uit de installatieruimte gezogen en de rookgassen verlaten het toestel via een verticale dakdoorvoer.
Pagina 42
Afb. Luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem Gedeelte over installatie, service en onderhoud...
8.7.1 C13/C33 concentrische systemen Gebruik een muurdoorvoerset of een dakdoorvoerset om een C13 of een C33 concentrisch luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem te installeren. Beschrijving van Ventilatiemateriaal Ventilatiemateriaal concentrisch ventilatiemateriaal Fabrikant ventilatiemateriaal Muelink & Grol Muelink & Grol Constructie Concentrisch Concentrisch Materiaal van de rookgasafvoer PP - Temp. Klasse Dikwandig aluminium T120 Materiaal luchtinlaat...
Pagina 44
Afb. Voorbeeld van een concentrisch luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem Let op Tijdens de installatie dienen de instructies geleverd bij de sets luchttoevoer- en rookgasafvoeronderdelen te worden nageleefd. Zorg ervoor dat het luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem niet meer bochten van 45º en 90º heeft dan voorgeschreven en dat aan de maximale lengte van de leiding is voldaan.
8.7.2 C13/C33 parallelle systemen Gebruik een muurdoorvoerset, of een dakdoorvoerset om een C13 of een C33 parallel luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem te installeren. Beschrijving van materiaal Ventilatiemateriaal Ventilatiemateriaal parallel luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem Fabrikant ventilatiemateriaal Muelink & Grol Muelink & Grol Constructie Parallel Parallel Materiaal van de rookgasafvoer PP - Temp.
Pagina 46
Afb. Voorbeeld van een parallel luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem Raadpleeg de tabel voor de juiste afmetingen van de pijp wanneer u een C13 of C33 parallel luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem installeert. Beschrijving Eenheid IR-12-160 IR 24-245 IR 20-200 IR 32-380 Diameter afvoer rookgas/ mm/mm 80/80 80/80...
Pas de lengte van de luchtinlaat en/of de rookgasafvoer aan wanneer de totale lengte de maximale lengte zoals vermeld in de tabel overschrijdt. 8.7.3 C43-/C53-systeem De lengte van de luchtinlaat en rookgasafvoer van C43- en C53-systemen is dezelfde als van C13- en C33-systemen: •...
Raadpleeg C13/C33 parallelle systemen (zie sectie 8.7.2) voor de onderdeelnummers van A.O. Smith. Dezelfde onderdelen kunnen worden gebruikt voor C43 en C53 parallelle systemen. Elektrische aansluitingen Waarschuwing Laat de boiler spanningsloos (geïsoleerd) tot deze in gebruik wordt genomen. Let op De boiler is fasegevoelig.
Pagina 49
Afb. Verwijder de kap De netvoeding en de optionele elektrische aansluitingen moeten aangesloten zijn op het aansluitingenblok van de besturing, raadpleeg Opbouw van de boiler (zie sectie 7.1). Afb. Aansluitingenblok 1. Tules 2. Trekontlastingen 3. Aansluitingen 0312269_INNOVO_BENLNL_V4.1, 2019-01-17...
8.8.2 Netvoeding Opmerking De boiler wordt zonder een voedingskabel en isolator geleverd. Gebruik een voedingskabel met kernen van minimaal 3 x 0,75 mm en een dubbelpolige isolator met een contactopening van minimaal 3 mm. De boiler op de netvoeding aansluiten: Trek de voedingskabel door de tules.
8.8.3.3 Extra storingssignaal Opmerking De boiler heeft een relaiscontact dat kan worden gebruikt wanneer er zich een storing voordoet. Het relaiscontact is spanningsvrij–(maximaal 5 A). Opmerking Er is vertraging van een minuut tussen het schakelen van het relaiscontact en het weergeven van de foutmelding op het display.
Afb. Plaats de kap Inbedrijfstelling De boiler in bedrijf stellen: Vul de boiler (zie sectie 8.9.1) Controleer het luchtdrukverschil (zie sectie 8.9.2) Controleer de voordruk (van gas) (zie sectie 8.9.3) Controleer de CO waarde (zie sectie 8.9.4) Schakel de boiler in (zie sectie 8.9.5) 8.9.1 Vullen Raadpleeg het Installatieschema (zie sectie 8.3) wanneer u de boiler vult:...
Controleer of er geen water uit het drukreduceerventiel van de inlaatcombinatie (2), of uit het T&P-ventiel (3) stroomt. Als er wel water uit komt: Onderzoek of de watertoevoerdruk hoger is dan de gespecificeerde waarde in de Technische informatie. Installeer, indien nodig, een drukreduceerventiel (1). Onderzoek of het drukreduceerventiel van de inlaatcombinatie goed is geïnstalleerd en goed werkt.
Open de gastoevoer om de gasleidingen via de testnippel te ventileren. Sluit een manometer aan op de testnippel zodra u gas ruikt. Schakel de boiler in (zie sectie 4.2). Zet parameter 201 op Hi, raadpleeg Instellingen (zie sectie 9). Zorg, indien nodig, voor een warmtevraag: Gebruik een tappunt in de warmwaterleiding om water af te tappen, of Verhoog het setpoint van de watertemperatuur, raadpleeg Watertemperatuur instellen (zie sectie 4.2.2).
Vergelijk de gemeten waarde van de hooglast met de waarde vermeld in de bijlage Gasinformatie. De CO -waarde bij hooglast moet binnen ±1,0 vol% van de CO -waarde vermeld in de tabel zijn. Let op Wanneer de CO -waarde niet juist is, raadpleeg dan Algemene storingen (zie sectie 11.1.1), CO -waarde (bij hooglast) is niet juist.
8.10 Buitengebruikstelling De boiler buiten gebruik stellen: De boiler uitschakelen (zie sectie 8.10.1) De boiler aftappen (zie sectie 8.10.2) 8.10.1 De boiler uitschakelen Raadpleeg de procedure in het gedeelte voor de gebruiker De boiler uitschakelen (zie sectie 4.3) en maak de boiler spanningsloos. 8.10.2 Aftappen Raadpleeg het Installatieschema (zie sectie 8.3) wanneer u de boiler wilt aftappen:...
Instellingen Bedieningspaneel Het bedieningspaneel maakt gebruik van parameters; de gebruiker kan deze parameters wijzigen en kan de status en de geschiedenis van de boiler controleren. Wanneer u één keer op [MENU] drukt, heeft u toegang tot parameters 001 tot 120. Wanneer u tien seconden op [MENU] drukt, heeft u toegang tot alle andere parameters.
Testcyclus De testcyclus kan worden gebruikt om de testmodi te activeren. Deze testmodi kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om de CO -waarde in te stellen bij hooglast en laaglast, of om het luchtdrukverschil te controleren. Gebruik parameter 201 om de testcyclus te activeren. De testcyclus wordt op het display weergegeven.
Onderhoud De boiler moet minimaal een keer per jaar worden onderhouden. De onderhoudsinterval wordt bepaald door de waterkwaliteit, de gemiddelde brandtijd per dag en de ingestelde watertemperatuur. Het onderhoudsinterval kan op het bedieningspaneel worden ingesteld als een herinnering. Op het display wordt Src weergegeven wanneer de vooraf ingestelde interval is verstreken.
Controleer of de condensafvoer goed werkt. Maak deze eventueel schoon. Controleer of het luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem niet lekt. Controleer of het luchtdrukverschil juist is, raadpleeg Luchtdrukverschil (zie sectie 8.9.2). Controleer of de voordruk van gas juist is, raadpleeg Voordruk van gas (zie sectie 8.9.3).
10.3.2 Condensafvoer reinigen De condensafvoer reinigen: Plaats een bak of leg handdoeken onder de condensafvoer om water op te vangen. Verwijder de condensopvang (2) aan de onderzijde van de condensafvoer (1). Leeg de condensopvang en reinig deze met water. Controleer of er geen gruis of andere blokkades in de condensopvang aanwezig zijn. Controleer of er geen gruis of andere blokkades in de condensafvoer aanwezig zijn.
Pagina 64
Afb. De burner engine verwijderen 1. Stekkers op burner engine 2. Gastoevoerleiding 3. Bouten 4. Burner engine De brander verwijderen: Draai de vier moeren (5) los om de brandereenheid (6) los te maken van de branderkamer (7). Verwijder de brandereenheid uit de branderkamer. Let op Wees voorzichtig want de brander kan heet zijn Let op...
De brander demonteren: Verwijder de ionisatiepen (11) van het verloopstuk (12). Controleer de ionisatiepen visueel. Verwijder de gloeiontsteker (10) van het verloopstuk. Controleer de gloeiontsteker visueel. Controleer of de terugslagklep (8) niet is versleten en of deze niet is vervormd. Draai de vier bouten (9) los om het verloopstuk los te maken van de branderflens (15).
10.4.3 Brander assembleren Assembleer de brander weer wanneer de brander en de branderkamer zijn gereinigd. Opmerking Vervang de pakking, bouten en sluitringen voordat u de brander assembleert. U kunt een speciale pakking en een montageset bestellen bij uw leverancier. Gebruik de data op de plaat met gegevens om de juiste set te bestellen.
Pagina 67
Controleer of het luchtdrukverschil juist is, raadpleeg Luchtdrukverschil (zie sectie 8.9.2). Controleer of de voordruk van gas juist is, raadpleeg Voordruk van gas (zie sectie 8.9.3). Controleer of de CO -waarde juist is, raadpleeg CO -waarde (zie sectie 8.9.4). De boiler inschakelen (zie sectie 4.2).
Pagina 68
Gedeelte over installatie, service en onderhoud...
Storingen 11.1 Storingen en waarschuwingen De boiler kan drie verschillende storingen en waarschuwingen aangeven: • Algemene storingen (zie sectie 11.1.1) die niet worden weergegeven • Weergegeven storingen (zie sectie 11.1.2) onderverdeeld in twee groepen: Vergrendelstoringen: wanneer de oorzaak is verholpen, kunt u de storing resetten om de boiler weer te laten werken.
11.1.1 Algemene storingen Opmerking Raadpleeg Elektrisch schema voor de codering van de aansluitingen. Indicatie Oorzaak Maatregel Gaslucht Er is een gaslek • Sluit direct het gasblok. • Bedien geen schakelaars. • Voorkom open vuur. • Ventileer de opstellingsruimte. • Neem direct contact op met uw installatiemonteur, of uw gasleverancier.
Pagina 71
Indicatie Oorzaak Maatregel Onvoldoende, of geen De boiler is uitgeschakeld. De boiler inschakelen (zie sectie 4.2). warm water Er is geen voedingsspanning. Controleer of: • De besturingsschakelaar op I staat. • De isolator in de positie ON staat. • De isolator van voeding wordt voorzien. •...
11.1.2 Weergegeven storingen Opmerking Raadpleeg Elektrisch schema (zie sectie 12.4) voor de codering van de aansluitingen. Opmerking Neem contact op met uw onderhoudsmonteur wanneer de storing niet is verholpen. Code en beschrijving Oorzaak Maatregel C02 (vergrendelstoring) • Onjuiste referentiespanning van de •...
Pagina 73
Code en beschrijving Oorzaak Maatregel Fasedraad en nuldraad zijn omgewisseld Controleren of fasedraad en nuldraad goed F01 (blokkeerstoring) Besturingsstoring tijdens het aansluiten. zijn aangesloten, en als dat niet het geval is, goed aansluiten. F02 (vergrendelstoring) Beschadigde of loszittende bedrading. • Controleren of de bedrading tussen de Ventilatorstoring ventilator en de besturing is aangesloten...
Pagina 74
Code en beschrijving Oorzaak Maatregel De slangen zijn beschadigd. • Controleren of de slangen tussen de F03 (vergrendelstoring) Storing luchtdrukschakelaar en de ventilator, en luchtdrukschakelaar de luchtdrukschakelaar en het gasblok niet zijn beschadigd, en de besturing De schakelaar is niet resetten.
Pagina 75
Code en beschrijving Oorzaak Maatregel Geen gas. • Controleren of de F04 (vergrendelstoring) Ontstekingsstoring hoofdgasafsluitinrichting open is. Deze openen indien nodig. Drie mislukte • Controleren of de ontstekingspogingen. hoofdgasafsluitinrichting, voor het gasblok, open is. Deze openen indien nodig. • Controleren of de voordruk van gas naar het gasblok juist is, raadpleeg Voordruk van gas (zie sectie 8.9.3).
Pagina 76
Code en beschrijving Oorzaak Maatregel Recirculerende rookgassen veroorzaakt • Controleren of de rookgasdoorvoer goed F05 (vergrendelstoring) Vlamstoring door een onjuiste dak- of muurdoorvoer. is geïnstalleerd, raadpleeg Luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem (zie sectie Te veel vlamstoringen 8.7). Indien nodig, de juiste gedetecteerd rookgasdoorvoer aansluiten.
Pagina 77
Code en beschrijving Oorzaak Maatregel F19 (blokkeerstoring) Er is niet voldoende of te veel • Controleren of de voedingsspanning op Voedingsspanningstorin voedingsspanning gedurende de besturing juist is. 60 seconden. • Contact opnemen met uw De gemeten spanning tussen fasedraad onderhoudsmonteur wanneer de Drie mislukte en nuldraad moet 230 V (-15%,...
11.1.3 Waarschuwingen Opmerking Raadpleeg Elektrisch schema (zie sectie 12.4) voor de codering van de aansluitingen. Indicatie Oorzaak Opmerking Src-onderhoud vereist De vooraf ingestelde onderhoudsinterval De boiler werkt, maar geeft deze van de boiler is verstreken. waarschuwing weer. Periodiek onderhoud is onderdeel van de Garantie.
Pagina 86
Kleuren van de kabels: Aansluitingen aansluitingenblok: C. Gloeiontsteker M. Aarde-aansluiting montageplaat D. Gasblok 1. Bruin A. Aarde P. Aarde-aansluiting E. Externe ON-modusschakelaar 2. Blauw N. Neutraal branderflens F. Extra storingssignaal (max. 5A) 3. Geel/Groen L. Fase-input Q. Aarde-aansluiting G. Scheidingstransformator 4.
12.6 Garantie U kunt de bijgesloten garantiekaart invullen en retourneren om uw boiler te registreren. U kunt uw boiler ook online registreren via de website A.O. Smith. Artikel 1: Algemene garantie Wanneer, na controle en na goeddunken van A.O. Smith, een onderdeel of gedeelte (met uitzondering van de staal-geëmailleerde tank) van een boiler geleverd door A.O.
Artikel 4: Uitzonderingen De garantie vermeld in Artikel 1 en 2 is niet van toepassing wanneer: • de schade aan de boiler veroorzaakt is door een externe factor; • er sprake is van oneigenlijk gebruik, verwaarlozing (ook vorstschade), aanpassingen, onjuist en/of ongeautoriseerd gebruik van de boiler en pogingen om lekkages te repareren;...
Pagina 90
Gedeelte over installatie, service en onderhoud...
Index De boiler inschakelen......23 De boiler kortstondig uitschakelen..24 De boiler nivelleren......36 De boiler uitschakelen....24, 56 De boiler voor een lange periode uitschakelen........24 De tank ontkalken......62 Documentaanduiding......6 Doelgroep.......... 5 Aansprakelijkheid........3 Afmetingen........80 Afronden........66, 51 Aftappen.......... 56 Elektrisch schema......85 Afvoeren..........
Pagina 92
Inleiding........13, 27 Prestatie controleren......61 Installatie.........35 Installatieschema......38 Instellingen........57 Instructies op de boiler...... 30 Recyclen.......... 32 Ruimte voor werkzaamheden....36 Ruimte voor werkzaamheden....36 Knoppen.......... 18 Knoppen.......... 18 Koudwateraansluiting......39 Schakel de boiler in......55 Scheidingstransformator.....50 Spanningsloos maken......24 Status van de boiler......19 LCD display........
Pagina 93
Waterzijdig onderhoud......62 Weergegeven storingen......72 Werkingsprincipe......... 27 0312269_INNOVO_BENLNL_V4.1, 2019-01-17...
Pagina 94
Gedeelte over installatie, service en onderhoud...