Waterpilot FMX21
9.9
Configureren niveaumeting
9.9.1
Informatie over niveaumeting
U kunt kiezen uit twee methoden voor het berekenen van de hoogte "In pressure" en
"In height". De tabel in het hoofdstuk "Overzicht niveaumeting" hierna geeft een
overzicht van deze twee meettaken.
• De grenswaarden worden niet gecontroleerd, d.w.z. de ingevoerde waarden moeten
passen bij de sensormodule en de meettaak zodat het meetinstrument correct kan
meten.
• Klantspecifieke eenheden zijn niet mogelijk.
• De ingevoerde waarden voor "Empty calib./Full calib.", "Empty pressure/Full pressure",
"Empty height/Full height" en "Set LRV/Set URV" moeten tenminste 1% uit elkaar
liggen. De waarde wordt verworpen en een melding wordt getoond, wanneer de
waarden te dicht bij elkaar liggen.
9.9.2
Overzicht niveaumeting
Meettaak
Niveauselectie Keuze
Kalibratie wordt
"In pressure"
uitgevoerd door
twee niveau-
waardeparen in te
voeren.
Kalibratie wordt
"In height"
uitgevoerd door de
dichtheid en twee
hoogte-niveau-
waardeparen in te
voeren.
9.9.3
"In pressure" niveauselectie kalibratie zonder referentiedruk (droge kalibratie)
Voorbeeld:
In dit voorbeeld moet het volume in een tank worden gemeten in liters. Het maximale volume
van 1 000 l (264 gal) komt overeen met een druk van 400 mbar (6 psi).
Het minimale volume van 0 liter komt overeen met een druk van 0 mbar omdat het
procesmembraan van de sonde aan het begin van het niveaumeetbereik ligt.
Endress+Hauser
Beschrijving
meetgrootheid
Via de parameter
• Kalibratie met
"Output unit":
%, niveau, volume of
massa-eenheden
• Kalibratie zonder
• Kalibratie met
• Kalibratie zonder
Meetwaardeweergave
De meetwaardeweergave en
referentiedruk
de parameter "Level before
(natte kalibratie)
lin" tonen de meetwaarde.
→ 42
referentiedruk
(droge kalibratie)
→ 39
referentiedruk
(natte kalibratie)
→ 42
referentiedruk
(droge kalibratie)
→ 42
Inbedrijfname
39