Inbedrijfname
Beschrijving
Voorbeeld
Fabrieksinstelling
9.7
Configureren van de demping
Het uitgangssignaal volgt de meetwaardeveranderingen met de vertragingstijd. Dit kan
worden ingesteld via het bedieningsmenu.
Damping
Navigatie
Schrijftoestemming
Beschrijving
Invoerbereik
Fabrieksinstelling
9.8
Configuratie drukmeting
Zie de bedieningshandleiding.
38
Positie-instelling – het drukverschil tussen het setpoint en
de gemeten druk moet bekend zijn.
• Meetwaarde = 982,2 mbar (14.73 psi)
• U corrigeert de meetwaarde met de ingevoerde waarde
(bijv. 2,2 mbar (0.033 psi)) via de parameter "Calib.
Offset". Dit betekent dat u de waarde 980,0 mbar (14.7
psi) toekent aan de aanwezige druk.
• Meetwaarde (na nulpuntcorrectie) = 980,0 mbar (14.7
psi)
• De stroomwaarde wordt ook gecorrigeerd.
0.0
Setup → Damping
Operator/service-engineer/expert
(indien de "Damping" DIP-schakelaar is ingesteld op "on")
Voer de dempingstijd in (tijdconstante t) ("Damping" DIP-
schakelaar ingesteld op "on")
Toon de dempingstijd in (tijdconstante t) ("Damping" DIP-
schakelaar ingesteld op "off").
De demping beïnvloedt de snelheid waarmee de
meetwaarde reageert op verandering van de druk.
0,0 tot 999,0 s
2,0 sec of conform de bestelspecificaties
Waterpilot FMX21
Endress+Hauser