10
10.2
BEWAREN
Sensor
• Bewaar de sensor in zijn steriele verpakking, totdat hij wordt gebruikt.
• Breng geen sensoren in waarvan de uiterste gebruiksdatum is verstreken. De
uiterste gebruiksdatum wordt weergegeven als JJJJ-MM-DD. Sensoren moeten
worden ingebracht op of vóór het einde van de kalenderdag die op het etiket op de
sensorverpakking staat.
• De bewaartemperatuur moet tussen 2 °C en 25 °C liggen. U kunt de sensoren in de
koelkast bewaren als de temperatuur ervan binnen dit temperatuurbereik ligt. Sensoren
mogen niet in een vriezer worden bewaard.
• Bewaar bij een relatieve vochtigheidsgraad van 0% - 95%.
Zender
• Houd de zender schoon en beschermd wanneer deze niet in gebruik is.
• De bewaartemperatuur moet tussen 0 °C en 45 °C liggen.
• Bewaar bij een relatieve vochtigheidsgraad van 10% - 95%.
Ontvanger
• Houd de ontvanger schoon en beschermd wanneer deze niet in gebruik is.
• Laad de batterij volledig voordat u hem langer dan 3 maanden bewaart.
• De bewaartemperatuur moet tussen 0 °C en 45 °C liggen.
• Bewaar bij een relatieve vochtigheidsgraad van 10% - 95%.
10.3
REINIGING EN DESINFECTIE
Reinigen
Reinig de voedinglader NIET.
Bij het reinigen wordt vuil van het oppervlak van het apparaat verwijderd. Bacteriën
of virussen worden niet gedood. De ontvanger en zender moeten worden gereinigd
telkens als deze zichtbaar vuil zijn en tussen elk gebruik. Gebruik een zachte, met water
bevochtigde doek of een isopropylalcoholdoekje.
Reinigen van de ontvanger of zender:
1. Sluit de schuifklep van de USB-poort van de ontvanger.
2. Veeg de buitenkant van het apparaat af met een iets vochtige doek of een
isopropylalcoholdoekje.
3. De ontvanger is niet waterdicht. Gebruik daarom geen kletsnatte doek.
4. De zender is waterbestendig wanneer hij in de sensorhouder is vastgeklikt. Dompel de
zender echter niet onder in vloeistof.
5. Gebruik geen zeep, nagellakverwijderaar of verfverdunner om de zender te reinigen.
Gebruik alleen isopropylalcohol en water.
114
|
Dexcom G4 PLATINUM continu glucosemonitoringsysteem