3.
Voer met de cijfertoetsen een
toegangscode in die bij de zojuist
ingevoerde gebruikers-ID hoort.
OPMERKING: Als u een onjuiste waarde
heeft ingevoerd, drukt u op de toets <C>
om de foute waarde te wissen.
Uit veiligheidsoverwegingen verschijnt
er bij het invoeren van de cijfers van
de toegangscode een streepje in
plaats van een cijfer in het display.
4.
Druk op de toets <Start> om
de ingevoerde toegangscode
te bevestigen.
Als de ingevoerde toegangscode juist
is, wordt de mode Kopiëren geactiveerd
op het apparaat en wordt [1] in het
display weergegeven.
5.
Het lampje naast de toets
<Aan-/afmelden> gaat branden terwijl
u zich aanmeldt op het apparaat.
OPMERKING: U hoeft zich niet aan te
melden op het apparaat voor een
scanopdracht. Als u een scanopdracht wilt
uitvoeren nadat u zich heeft aangemeld,
drukt u eenvoudigweg op de toets
<Scannen> om het apparaat om te
schakelen naar de mode Scannen.
Aanmelden op het apparaat
Cijfertoetsen
Toets <C>
Toets <Start>
Toets <Aan-/afmelden>
71