6 /
Instandhouding
Uitvoering van de folietest
1. Vul de oscillatietank tot aan de vulpeilmarkering met water en een geschikt
ultrageluidpreparaat in de door de fabrikant aangegeven dosering.
2. Ontgas de sonicatievloeistof.
Zie hoofdstuk 5.7 De sonicatievloeistof ontgassen.
3. Span de aluminiumfolie (huishoudfolie 10 μm tot
25 μm dik) op het folietestframe. Afhankelijk van
de grootte van de tank kan het zijn dat het frame er
bovenuit steekt. Het is voldoende om het gedeelte
van het folietestframe te bedekken dat door de
sonicatievloeistof wordt bedekt.
4. Plaats het met folie beklede testframe diagonaal in
het midden van de oscillatietank. Zet het indien nodig vast.
5. Zet het ultrageluid aan. Soniceer de folie gedurende minimaal
1 minuut, tot zichtbare perforatie of gatvorming optreedt. Bij
dikkere folies (dikker of met beschermlaag) mag de sonica-
tieduur maximaal 3 minuten bedragen.
6. Schakel het ultrageluid uit. Neem de folie uit het testframe. Verwijder de alu-
miniumfolie van het folietestframe en laat het drogen.
7. De folie moet geperforeerd zijn, zie foto. Anders
moet het apparaat door de serviceafdeling van
BANDELIN electronic GmbH & Co. KG worden geïn-
specteerd: Zie hoofdstuk 6.4 Reparatie.
8. De folie met testdatum en serienummer van het
ultrageluidbad archiveren. Bovendien kan de docu-
mentatiesjabloon voor de folietest worden ingevuld
en gearchiveerd.
9. Spoel de oscillatietank grondig om eventuele foliedeeltjes die los zijn geko-
men, te verwijderen.
Bij BANDELIN electronic GmbH & Co. KG kunnen geschikte folietesthouders wor-
den besteld. De folietesthouders zijn ontworpen voor een breed scala van tankaf-
metingen. Voor de testuitvoering is bovendien aluminiumfolie nodig, die is niet bij
de levering inbegrepen.
Type
FT 14
FT 40
FT 45
26/40
Best.-nr. voor
3084
RM 16.2 U /UH
3094
RM 40.2 U /UH
3204
RM 75.2 U /UH
23846-000 nl/2022-11