40
NL
6.4.4 D
E ZEKERING VERVANGEN
De machine is uitgerust met
een aantal zekeringen (1) met
verschillend vermogen en met
de volgende functies en ken-
merken:
– Zekering van 10 A =
bescherming van de algeme-
ne stroomcircuits en het ver-
mogen van de elektronische
kaart; Het in werking treden
van deze zekering veroor-
zaakt de stilstand van de
machine. Tevens gaan alle
lampjes uit op het dash-
board.
– Zekerig van 25 A =
bescherming van het laadcir-
cuit; Het in werking treden
van deze zekering wordt
gemeld door het controle-
lampje van de accu en geeft
aanleiding tot een geleidelijk
verlies van de lading, met als
gevolg problemen bij het
starten.
➤
Modellen met elektrische start:
– Zekering van 15 A = bescherming van het circuit van de startmotor. Wanneer deze zekering
in werking treedt kan de kantelinrichting van de zak niet elektrisch gestart worden; de zak
moet geledigd worden met de hendel (indien gemonteerd).
Het vermogen van de zekering is aangegeven op de zekering zelf.
BELANGRIJK
zelfde type met hetzelfde vermogen.
Als de oorzaak van het in werking treden niet gevonden kan worden dient er contact opgeno-
men te worden met een erkend servicecentrum.
1
Een doorgebrande zekering dient altijd vervangen te worden door een-
ONDERHOUD
1