GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
ruimte te gebeuren! DENK ER ALTIJD AAN DAT UITLAATGASSEN GIFTIG ZIJN!
Alvorens de motor te starten:
– draai de benzinekraan (1) open (
– zet de koppeling in de vrije stand ("N") (☛ 4.22 ofwell 4.32);
– ontkoppel de messen (☛ 4.7);
– schakel de handrem in als u zich op een hellend terrein
bevindt;
– gebruik bij een koude motor de choke (
of zet de gashendel in de «CHOKE» stand die op de sticker
aangegeven staat;
– als de motor reeds warmgedraaid is, is het voldoende de hen-
del tussen «LANGZAAM» en «SNEL» te zetten;
– steek de sleutel in het contactslot en draai deze in de «DRAAI-
EN» stand om het elektrische circuit in werking te stellen, draai de sleutel daarna in de
"START" stand om de motor te starten;
– laat de sleutel los zodra de motor gestart is.
Als de motor eenmaal draait breng de gashendel terug in de «LANGZAAM» stand en schakel de
➤
choke uit (
indien voorzien).
BELANGRIJK
draait; het gebruik van de choke bij een warmgedraaide motor kan de bougie bevuilen en een
onregelmatige werking van de motor veroorzaken.
OPMERKING
om de accu niet uit te putten en de motor niet te verzuipen.
Draai de sleutel weer in de «STOP» stand, wacht enkele seconden en probeer opnieuw te star-
ten. Indien het probleem voortduurt raadpleeg dan hoofdstuk «7» van deze handleiding en het
instructieboekje van de motor.
BELANGRIJK
beletten wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen ( ☛ 5.2).
Nadat in de bovenstaande gevallen het belet tot starten is hersteld, dient de sleutel in de
«STOP» stand gedraaid te worden voordat de motor opnieuw gestart kan worden.
5.4.2 H
ET RIJDEN EN VERPLAATSEN VAN DE MACHINE
LET OP!
!
Ze mag (volgens het Wegenverkeersregelement) alléén gebruikt worden op privéterrein
dat voor verkeer gesloten is..
➤
indien voorzien);
➤
De choke dient uitgeschakeld te worden zodra de motor regelmatig
Als er moeilijkheden zijn bij het starten, blijf dan niet te lang aanhouden
Denk er altijd aan dat de beveiligingssystemen het starten van de motor
De machine is niet goedgekeurd om op de openbare weg te rijden.
indien voorzien)
25
NL
1