BEDIENINGSELEMENTEN
4.7 H
ENDEL OM DE MESSEN EN DE REM VAN DE MESSEN IN TE SCHAKELEN
➤
Modellen met een koppelingshendel
De hendel (4.7.1) heeft twee standen die op de sticker staan aangegeven:
«A» = Messenontkoppeld
«B» = Messeningeschakeld
– Als de messen ingeschakeld worden zonder dat de voorgeschreven veiligheidsomstandig-
heden in acht zijn genomen, slaat de motor af en kan niet meer worden aangezet (☛ 5.2).
– De positie "Ingeschakelde messen" wordt aangegeven door het controlelampje (4.10.c) dat
brandt.
– Het ontkoppelen van de messen (stand «A») brengt een rem in werking die binnen enkele
seconden het draaien van de messen stopt.
➤
Modellen met een elektromagnetische koppeling
De drukknop (4.7.2) schakelt de messen in door middel van electromagnetische wrijving:
«A» Uitgetrokken
«B» Getrokken
– Het inschakelen van de messen zonder het in acht nemen van de voorgeschreven veilig-
heidsmaatregelen veroorzaakt het afslaan van de motor die niet meer kan worden aangezet
(☛ 5.2).
– De positie "Ingeschakelde messen" wordt aangegeven door het controlelampje (4.10.c) dat
brandt.
– Het ontkoppelen van de messen (stand «A») brengt een rem in werking die binnen enkele
seconden het draaien van de messen stopt.
4.8 G
RASHOOGTE REGELAAR
Deze hendel heeft zeven standen, «1» t/m «7», die op de desbetreffende sticker staan aangege-
ven en overeenkomen met dezelfde aantal maaihoogtes tussen 3 en 9 cm.
– Om van de ene naar de ander stand over te gaan dient er op de ontgrendelknop aan het einde
van de hendel gedrukt te worden.
4.9 H
ENDEL VOOR HET KANTELEN VAN DE OPVANGZAK
➤
Modellen met manuele start
Het kantelen van de opvangzak voor het leegmaken wordt door de
uittrekbare hendel uitgevoerd (4.9.1).
➤
Modellen met elektrische start
Het kantelen van de opvangzak voor het leegmaken wordt door de
= Messen uitgeschakeld
= Messen ingeschakeld
15
NL
4.9.1