Handleiding Lithiumaccu
3. Ontwerp van het systeem
Bij het ontwerpen van een systeem met een lithium-accu is een basisbegrip nodig van de interactie van de accu met het BMS en
hoe het BMS interacteert met belastingen en acculaders.
3.1. Het alarmsignaal van de accu
De accu communiceert met de BMS via de BMS-kabels. Als het systeem meerdere accu's bevat, worden alle accu's
seriegeschakeld via de BMS-kabels en worden de eerste en laatste accu aangesloten op het BMS.
De accu monitort de cellen en stuurt een alarmsignaal naar het BMS in het geval van een:
• Alarmsignaal voor te lage celspanning
• Vooralarmsignaal voor te lage celspanning
• Alarmsignaal voor te hoge celspanning
• Alarmsignaal voor te lage temperatuur
• Alarmsignaal voor te hoge temperatuur
Het BMS zal actie ondernemen door belastingen en/of acculaders uit te schakelen zodra het een alarmsignaal ontvangt van een
van de cellen in de accu.
Het alarmcommunicatieproces tussen de accu en het BMS is afgebeeld in onderstaande afbeeldingen.
BMS
Het BMS ontvangt een alarmsignaal van een accucel
BMS
Het BMS ontvangt een alarmsignaal van een cel in een installatie met meerdere accu's
3.2. Het vooralarmsignaal
Het doel van het vooralarm is om te waarschuwen dat de BMS op het punt staat belastingen uit te schakelen als gevolg van een
te lage spanning in de cel. U zou bijvoorbeeld een vroege waarschuwing willen vóórdat de belastingen van uw boot wordt
uitgeschakeld tijdens het varen, of vóórdat de lichten worden uitgeschakeld als het donker is. Wij raden u aan het alarm aan te
sluiten op een duidelijk zichtbaar of hoorbaar alarmapparaat.
Schakelen
In geval van een dreigende uitschakeling door te lage spanning wordt de vooralarmuitgang van de BMS ingeschakeld. In het
geval dat de spanning blijft dalen, worden de belastingen uitgeschakeld (ontkoppeling van de belasting) en wordt tegelijkertijd de
vooralarmuitgang weer uitgeschakeld. Als de spanning weer stijgt (als de bediener een acculader inschakelt of de belasting
verlaagt), wordt de vooralarmuitgang uitgeschakeld zodra de laagste celspanning boven 3,2 V is gestegen.
De BTV zorgt voor een minimale vertraging van 30 seconden tussen het inschakelen van het vooralarm en het ontkoppelen van
de belasting. Deze vertraging is om de gebruiker tijd te geven om het afsluiten te voorkomen.
3.3. Het BMS
Naast het beschikbaar stellen van bovenstaand alarmsignaal, is het hoofddoel van de BMS het aansturen van de acculaders en
belastingen. Er zijn twee manieren waarop dat kan worden gedaan:
1. Door een signaal naar de acculader of belasting te sturen.
2. Door een belasting of laadbron fysiek aan te sluiten of te ontkoppelen van de accu, bijvoorbeeld met behulp van een grote
schakelaar.
Pagina 5
Ontwerp van het systeem