Paneelcontroller
8.4
Alarmmelding naar de centrale
De volgende beschrijving is gebaseerd op een voorbeeld van een brandalarmmelding.
8.4.1
Optische en akoestische signalen
–
–
–
Als het transmissieapparaat voor doormelding naar de brandweer wordt geactiveerd, gaat het
rode LED-lampje " Doormelding geactiveerd" branden.
8.4.2
Weergave van de melderzones in de alarmstatus
Het aantal meldingen in kwestie wordt weergegeven in de statusbalk.
AANWIJZING!
Als eerste worden de detectiezones weergegeven waarin een of meer melders een alarm
i
hebben gegenereerd. Om de individuele melders weer te geven, selecteert u de gewenste
detectiezone. Zie ook Paragraaf 8.4.6 De individuele melders in een detectiezone weergeven,
Pagina 43.
De individuele meldingen worden weergegeven in het display:
–
–
Detectiezones
AANWIJZING!
i
Er kunnen maximaal vier alarmmeldingen tegelijkertijd worden weergegeven op het display.
Alleen velden die kunnen worden gebruikt, worden weergegeven (bijv. Bevestig en Reset).
Indien er meer dan vier alarmmeldingen zijn ontvangen, kunt u door de lijst navigeren om de
volgende meldingen weer te geven (zie Paragraaf 5.6.1 In lijsten navigeren).
AANWIJZING!
i
De nieuwste melding wordt altijd aan het eind van de lijst weergegeven.
8.4.3
Volgorde van de alarmmeldingen
De meldingen worden in chronologische volgorde weergegeven.
–
–
AANWIJZING!
i
30 seconden na de laatste invoer (bijvoorbeeld na het navigeren in de lijst), wordt het eerste
en oudste alarm weer aan het begin van de lijst weergegeven.
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
In het LED-display gaat het rode signaallampje branden.
Er klinkt een interne zoemer; zie ook Paragraaf 9.3 De interne zoemer uitschakelen,
Pagina 46.
Afhankelijk van de configuratie worden sirenes en/of optische signaalgevers (bijv,
sirenes, flitslichten) geactiveerd.
Lijstvelden met een zwarte achtergrond: onbevestigde alarmmeldingen.
Lijstvelden zonder zwarte achtergrond: bevestigde alarmmeldingen.
De nieuwste alarmmelding in een detectiezone wordt altijd aan het eind van de lijst
weergegeven.
De eerste en oudste alarmmelding in een detectiezone wordt aan het begin van de lijst
weergegeven. Als u door de lijst navigeert worden de volgende drie meldingen
weergegeven.
Gebruikershandleiding
Alarm | nl
42
F.01U.076.978 | 5.0 | 2009.06