71
nl | Onderhoud – inspectie
15
Onderhoud – inspectie
Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen:
–
–
–
–
–
Onderhoud wordt aangegeven door een gele LED op de centrale.
LET OP!
!
Alarm- of storingsmeldingen van melders die in de onderhoudsmodus zijn gezet, worden niet
doorgestuurd naar transmissieapparaten of blusapparatuur.
AANWIJZING!
i
Als een signaalgever tijdens het onderhoud wordt geactiveerd, geeft deze een andere
signaaltoon dan wanneer deze zich in de alarmstatus bevindt.
15.1
Onderhoudsgroepen
De volgende opties zijn beschikbaar om elementen in de onderhoudsmodus te zetten:
–
–
Er zijn 12 voorgedefinieerde onderhoudsgroepen. Het aantal mogelijke onderhoudsgroepen
wordt vooraf bepaald: januari t/m december.
Voorbeeld:
Alle melders die in mei moeten worden getest, kunnen in één groep worden geplaatst, welke
"mei" wordt genoemd.
Nieuwe elementen kunnen worden toegevoegd aan een groep, terwijl elementen die al zijn
toegevoegd kunnen worden verwijderd.
AANWIJZING!
i
Zelfs wanneer de elementen in een groep (bijvoorbeeld. januari) volledig zijn verwijderd, zal
deze groep nog steeds worden weergegeven in de lijst.
F.01U.076.978 | 5.0 | 2009.06
Paragraaf 15.1 Onderhoudsgroepen, Pagina 71
Paragraaf 15.2 Onderhoud starten en beëindigen, Pagina 74
Paragraaf 15.3 Onderhoud voor alle elementen beëindigen, Pagina 74
Paragraaf 15.4 Geteste of ongeteste elementen weergeven, Pagina 75
Paragraaf 15.5 Geteste elementen toewijzen aan een onderhoudsgroep, Pagina 75
Selecteer afzonderlijke elementen uit lijsten en/of
Selecteer eerder gedefinieerde onderhoudsgroepen die uit ten minste één element
bestaan.
Gebruikershandleiding
Paneelcontroller
Bosch Sicherheitssysteme GmbH