14. Begrippen en definities
Actieve inbraakbeveiliging
Reeds een poging om in te breken wordt gemeld. Dit is mogelijk door alarmcomponenten, die niet alleen
draadloze technologie met effectieve mechanische inbraakbeveiliging combineren (mechatronische melders),
maar gelijktijdig ook het openbreken van een deur of een venster met innovatieve magneetveldsensoren
bewaken.
Activeren, uitschakelen
Alarmcentrale activeren – de centrale slaat alarm bij het activeren van de inbraakmelder (bijvoorbeeld deur
openen). Alarmcentrale uitschakelen – de centrale slaat geen alarm bij activering van de inbraakmelder geen
alarm.
Activeren, uitschakelen
Alarmcentrale activeren / alarmcentrale uitschakelen.
Alarmcentrale, centrale
De schakelinstantie van de totale alarminstallatie, die alle informatie verwerkt, doorstuurt en erop reageert.
Alarmgever
Apparaat dat een alarmmelding akoestisch (sirene) of visueel (flitslicht) overbrengt – ook kiezers zijn
alarmgevers.
Alarminstallatie
Gebruikelijke aanduiding voor inbraakalarmsysteem dan wel gevarenalarmsysteem.
Alarmmelder
Apparaat dat bij een bepaalde gebeurtenis (bijv. beweging, glasbreuk, trillingen) een bericht naar de
alarmcentrale stuurt.
Alarmsoort
De volgende alarmsoorten zijn mogelijk bij een alarminstallatie: intern alarm, lokaal alarm, extern alarm,
stil alarm.
Alarmzone
In elke zone wordt een melder (bij draadloos) dan wel een groep melders (bij kabel) bewaakt en deze kan
apart geprogrammeerd worden.
Begeleiding van de gebruiker
Elektronisch bestuurde helpfunctie voor de bediening van de alarmcentrale.
14. Begrippen en definities