11. Geavanceerde systeembediening
11.1 Afstandsbediening
Als u een afstandsbediening heeft, kunt u het draadloze alarmsysteem door het indrukken
van de toetsen op de afstandsbediening in- of uitschakelen:
Toets 1
Activeren
Intern activeren (of "uitgang schakelen". Hiervoor moet deze
Toets 2
functie op de toets zijn geprogrammeerd).
Toets 3
Statuscontrole
Toets 4
Deactiveren
11.2 Draadloos cilinderslot ("Secvest Key")
Met het draadloze cilinderslot kunt u de installatie eenvoudig activeren. Om de alarmcentrale in te schakelen,
drukt u eerst op de knop op het cilinderslot en doet u daarna de deur op slot. Nadat de deur op slot is gedaan
wordt de alarmcentrale ingeschakeld.
Deactiveren
Als u de deur met de sleutel opent, schakelt de installatie compleet uit. Open uw deur zoals u dat gewend
bent. Het draadloze cilinderslot verstuurt nu het signaal voor het uitschakelen van de centrale, zodat deze
meteen wordt gedeactiveerd.
11.3 Extra deurslot (FU7010/7025E)
Als u een extra draadloze deurslot van ABUS heeft ingebouwd, kunt u de installatie
(net als bij het draadloze cilinderslot) activeren en deactiveren. Bovendien biedt
het extra deurslot een hoge elektromechanische veiligheid, omdat het slot een
drukweerstand van maximaal één ton biedt en tegelijkertijd bij een inbraakpoging
een alarm activeert.
Precieze aanwijzingen voor de bediening van dit product vindt u in de bijbehorende handleiding.
Hier worden in het kort de in de praktijk gangbare stappen uitgelegd.
Activeren
Om de alarmcentrale in te schakelen, sluit u met de sleutel de deur van buiten af. Na 2 volledige omwentelingen
van buiten schakelt de installatie automatisch in. Afhankelijk van het artikelnummer kunt u de installatie ook
van binnen activeren: bij de FU7010 (met draaiknop) is slechts één omwenteling nodig, bij de FU7025 zijn
twee omwentelingen nodig. Let op: Als u uw woning bijvoorbeeld voor korte tijd wilt verlaten en het extra
deurslot toch wilt vergrendelen, dan moet u de toets "voor onderdrukking van de activering" indrukken. Binnen
30 seconden moet nu de deur worden afgesloten – dan wordt de installatie niet ingeschakeld.
11. Geavanceerde systeembediening
activeren