1
Figuur 15
1. Hefpunten aan de achterzijde
Neutraalstandsysteem
Als u routine-onderhoudswerkzaamheden uitvoert
en/of de motor test, moet u de transaxle in de
neutraalstand zetten. Het voertuig heeft geen
neutraalstand op de schakelhefboom, zodat u de
volgende stappen moet uitvoeren:
1. Om de transaxle in de neutraalstand te zetten,
draait u de borgpen 180 graden op het schakelblok
(Fig. 16).
Figuur 16
1. Borgpen
2. Zet de keuzeschakelaar van de schakelinrichting
in ACHTERUIT en vervolgens in VOORUIT.
Laat de keuzeschakelaar in de VOORUIT positie.
3. Controleer of de transaxle in de neutraalstand
staat door de secundaire koppeling rond te draaien
(Fig. 17). De wielen mogen niet ronddraaien.
1
1
1. Secundaire koppeling
Motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval/Specificatie
Controleer het oliepeil telkens voor gebruik.
Olie verversen:
•
Na de eerste 8 bedrijfsuren.
•
Om de 50 bedrijfsuren.
Vervang het oliefilter om de 100 bedrijfsuren.
Opmerking: Vervang de olie en het oliefilter vaker
als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of
zanderige omstandigheden.
Type olie: Reinigingsolie (API-klasse SF, SG, SH, SJ
of hoger)
Carterinhoud: 1,4 liter als het filter wordt vervangen.
Viscositeit: zie onderstaande tabel
3
1. SAE 30
2. SW-30, 10W-30
3. Synthetisch SW-20, 5W-30
23
Figuur 17
1
2
1