Motor starten
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel, steek het
sleuteltje in de contactschakelaar en draai dit naar
rechts op Aan.
Opmerking: Als de schakelhendel op achteruit
staat wanneer het contactsleuteltje wordt
omgedraaid, klinkt er een zoemer om de
bestuurder te waarschuwen.
2. Zet de schakelhendel in de gewenste stand.
3. Trap langzaam het gaspedaal in.
Opmerking: De parkeerrem wordt automatisch
buiten werking gesteld als het gaspedaal wordt
ingetrapt.
Opmerking: Als de motor koud is, moet u het
gaspedaal intrappen en ongeveer half ingetrapt
houden en de chokeknop uittrekken en op AAN
zetten.
Belangrijk
Probeer de motor niet te starten
door het voertuig aan te duwen of te slepen.
Het voertuig tot stilstand
brengen
Om de machine tot stilstand te brengen, haalt u uw
voet van het gaspedaal en trapt u het rempedaal
langzaam in.
Het voertuig parkeren
1. Stel de parkeerrem in werking en draai het
contactsleuteltje op UIT.
2. Verwijder het sleuteltje uit het contact om te
voorkomen dat de motor per ongeluk start.
Laadbak
Bak ophalen
1. Schuif de grendel omhoog naar het bovenste deel
van de uitsnijding in het frame van de bak
(Fig. 9).
1. Grendel
2. Til met een hand omhoog bij de grendel terwijl u
de bak met de andere hand ophaalt.
3. Haal de bak zo ver mogelijk op en laat deze
vervolgens een stukje zakken om de steun vast te
zetten (Fig. 10).
1. Steun
Bak neerlaten
1. Til de bak met een hand een stukje op terwijl u de
steun naar beneden drukt.
2. Laad de bak neer totdat de grendel deze vastgrijpt.
3. Om de bak stevig aan het frame te bevestigen,
beweegt u de grendel naar het onderste deel van
de uitsnijding.
17
Figuur 9
Figuur 10