Automatische bediening
Wanneer Con@ctivity 2.0 is geacti‐
veerd, werkt de afzuigkap altijd in de
automatische functie. Zie hoofdstuk:
"Con@ctivity 2.0-functie activeren".
Voor het handmatig bedienen van de
afzuigkap zie paragraaf: "Koken zonder
Con@ctivity 2.0-functie".
Koken met de Con@ctivity 2.0-
functie (Automatische bedie‐
ning)
Schakel een kookzone in op een wil‐
lekeurige stand.
Het verlichting van de afzuigkap gaat
aan.
Na een paar seconden gaat de afzui‐
ging aan; eerst kort op stand 2, daarna
direct op stand 1.
Tijdens het kookproces kiest de afzuig‐
kap automatisch het juiste afzuigvermo‐
gen.
Dit is gebaseerd op het totale vermo‐
gen dat op dat moment voor de kook‐
plaat is ingeschakeld, te weten het aan‐
tal ingeschakelde kookzones en de in‐
geschakelde kookstanden.
Wanneer u een hogere kookstand
voor de kookplaat inschakelt of wan‐
neer u verschillende kookzones in‐
schakelt, kiest de afzuigkap een ho‐
ger afzuigvermogen.
Wanneer u een lagere kookstand
voor de kookplaat inschakelt of wan‐
neer u èèn of meer kookzones uit‐
schakelt, kiest de afzuigkap een lager
afzuigvermogen.
18
Voorbeelden voor de vermogensstanden 1
tot en met 4
Reactietijd
De afzuigkap reageert met vertraging.
Een wijziging in de vermogensstand
van de kookplaat hoeft namelijk niet
meteen tot meer of minder dampont‐
wikkeling te leiden.
Aangezien de kookplaat de informatie
met intervallen naar de afzuigkap
stuurt, kan ook daardoor vertraging
ontstaan.
De reactie volgt binnen een paar secon‐
den of een paar minuten.