8.2 De kookplaat uitschakelen
aanraken tot de indicaties doven.
▶
a Alle kookzones zijn uitgeschakeld.
Opmerking: Wanneer alle kookzones langer dan
20 seconden uitgeschakeld zijn, dan schakelt de kook-
plaat uit.
8.3 De vermogensstand in de kookzones
instellen
De kookzone heeft 17 vermogensstanden, die van tot
met tussenwaarden worden weergegeven. Voor het
product en het geplande bereidingsproces de meest
geschikte vermogensstand kiezen.
Raak het symbool van de gewenste kookzone
1.
aan.
a De indicatie is . is helderder verlicht.
Selecteer de gewenste vermogensstand in het in-
2.
stelgebied.
a De vermogensstand is ingesteld.
8.4 Kooktips
¡ Wanneer u puree, romige soepen of dikvloeibare
sauzen opwarmt, deze af en toe omroeren.
¡ Om voor te verwarmen, kookstand 8-9 instellen.
¡ Wanneer u bereidt met deksel, de kookstand verla-
gen zodra er stoom vrijkomt. Het bereidingsresultaat
wordt door het vrijkomen van stoom niet beïnvloed.
¡ Doe na het bereiden een deksel op het kookgerei,
totdat u het gerecht serveert.
¡ Houd voor het bereiden met de snelkookpan de
aanwijzingen van de fabrikant aan.
¡ Levensmiddelen niet te lang bereiden, voor het be-
houd van de voedingswaarde. Met de kookwekker
kunt u de optimale bereidingstijd instellen.
¡ Zorg ervoor dat de olie niet rookt.
¡ Om de levensmiddelen te bruinen, deze na elkaar
en in kleine porties aanbraden.
¡ Sommige pannen kunnen bij het bereiden hoge
temperaturen bereiken. Gebruik daarom pannenlap-
pen.
¡ Advies voor energiezuinig koken kunt u vinden on-
der
→ "Energie besparen", Pagina 6
Kookadviezen
De tabel geeft aan welke vermogensstand (
welk levensmiddel geschikt is. De bereidingstijd
(
) kan variëren afhankelijk van de soort, het ge-
wicht, de dikte en de kwaliteit van de levensmiddelen.
Smelten
Chocolade, couverture
Boter, honing, gelatine
Verwarmen en warm houden
Eenpansgerecht, bijv. linzen-
schotel
1
Melk
1
Zonder deksel
Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.5
2
) voor
1 - 1.5
-
1 - 2
-
1.5 - 2
-
1.5 - 2.5
-
Opmerking: Wanneer er geen kookgerei op de kook-
plaat staat, of de pan niet geschikt is, dan knippert de
gekozen vermogensstand. Na een bepaalde tijd wordt
de kookzone uitgeschakeld.
QuickStart
Wanneer u vóór het inschakelen kookgerei op de
▶
kookplaat plaatst, dan wordt dit bij het inschakelen
herkend en wordt de betreffende kookzone automa-
tisch gekozen. Vervolgens in de volgende 20 secon-
den de vermogensstand kiezen, anders schakelt de
kookplaat zelf uit.
Vermogensstand wijzigen of kookzone
uitschakelen
De kookzone kiezen.
1.
Kies in het instelbereik de gewenste kookstand of
2.
op instellen.
a De kookstand van de kookzone wijzigt of de kook-
zone schakelt uit en de restwarmte-indicatie ver-
schijnt.
1
Gekookte worstjes
Ontdooien en opwarmen
Spinazie, diepvries
Goulash, diepvries
Gaarstoven, zachtjes laten ko-
ken
1
Aardappelballetjes
1
Vis
Witte sauzen, bijv. bechamel-
saus
Geklopte sauzen, bijv. bearnai-
sesaus, hollandaisesaus
Koken, stomen, stoven
Rijst met dubbele hoeveelheid
water
2
Rijstepap
Aardappelen in schil
Gekookte aardappelen
1
Pasta
Eenpansgerecht
Soepen
Groente
Groente, diepvries
Eenpansgerecht met de snel-
kookpan
Sudderen
Rollade
Stoofvlees
2
Goulash
1
Zonder deksel
2
Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.5
De Bediening in essentie nl
3 - 4
-
3 - 4
15 - 25
3 - 4
35 - 55
4.5 - 5.5
20 - 30
4 - 5
10 - 15
1 - 2
3 - 6
3 - 4
8 - 12
2.5 - 3.5
15 - 30
2 - 3
30 - 40
4.5 - 5.5
25 - 35
4.5 - 5.5
15 - 30
6 - 7
6 - 10
3.5 - 4.5
120 -
180
3.5 - 4.5
15 - 60
2.5 - 3.5
10 - 20
3.5 - 4.5
7 - 20
4.5 - 5.5
-
4 - 5
50 - 65
4 - 5
60 - 100
3 - 4
50 - 60
11