Afdrukken vanuit de voorkeursinvoer
De voorkeursinvoer waarin meerdere vellen afdrukmateriaal kunnen worden geplaatst, bevindt zich aan de voorkant van de
printer, net boven lade 1. De invoer heeft aan weerszijden een verstelbare geleider en gebruikt de afdekklep van lade 1 als
baan voor het afdrukmateriaal. U kunt de voorkeursinvoer gebruiken om snel afdrukken te maken op papiersoorten of -
formaten die op dat moment niet in lade 1 zijn geplaatst. Gebruik nooit verschillende soorten afdrukmateriaal door elkaar in
één lade. Zie Formaten afdrukmateriaal op pagina 47 voor informatie over geschikt afdrukmateriaal en juiste
hoeveelheden voor gebruik in de voorkeursinvoer.
Wanneer zowel de voorkeursinvoer als lade 1 afdrukmateriaal bevatten, wordt het materiaal in de voorkeursinvoer het eerst
ingevoerd. Als de voorkeursinvoer leeg is, wordt het materiaal in lade 1 gekozen. Houd u aan de volgende instructies
wanneer u wilt afdrukken op een specifiek type afdrukmateriaal vanuit de voorkeursinvoer.
Vanaf een Windows-computer
1
Klik op Bestand
2
Klik op Voorkeuren (of Opties, Printer of Instellingen, afhankelijk van de toepassing) om de instellingen van het
printerstuurprogramma te bekijken.
3
Klik op het tabblad Papier.
4
Selecteer de optie voor handmatige papierinvoer of handmatige envelopinvoer in de vervolgkeuzelijst voor de
papierlade.
5
Selecteer het juiste papierformaat en de juiste papiersoort.
6
Klik op OK.
7
Klik in het venster Afdrukken op OK om de afdruktaak naar de printer te verzenden.
Op het bedieningspaneel van de printer wordt de combinatie van lampjes voor het plaatsen van materiaal in de
voorkeursinvoer weergegeven; zie Afdrukmateriaal plaatsen op pagina 20 of pagina 36.
8
Stel de geleiders van de voorkeursinvoer in op de breedte van het afdrukmateriaal en controleer of de afdekklep
van lade 1 is geplaatst.
9
Plaats het geselecteerde afdrukmateriaal met de te bedrukken zijde omhoog midden in de voorkeursinvoer.
Wanneer u meer dan één vel plaatst, dient het materiaal tegen de afdekklep van lade 1 te liggen.
•
Houd transparanten bij de randen vast en raak de afdrukzijde niet aan. Vettige substanties die van vingers op
de transparanten terechtkomen, kunnen de afdrukkwaliteit beïnvloeden.
•
Plaats enveloppen met de klepzijde omlaag en het adres van de verzender eerst. Het gedeelte voor de
postzegel wordt als laatste ingevoerd.
•
Plaats briefpapier met de voorbedrukte zijde naar boven, met de bovenkant van het papier eerst.
Taken afdrukken
Afdrukken.
Afdrukken vanuit de voorkeursinvoer
61