Wanneer de vlotter is aangebracht om de
apparatuur te stoppen, moet de bediening
zo worden geregeld dat de stopfunctie
alles blokkeert, zodat de apparatuur niet
opnieuw kan worden gestart zonder deze
te resetten. Controleer of de vlotter met het
NC-teken aan de bovenzijde is gemon-
teerd.
5.4
Hijsen en verplaatsen van de pomp
Om de pompkop op te hijsen en te verplaatsen is de
pompkop voorzien van een hijsstrip. Deze hijsstrip (A)
bevindt zich aan de achterzijde van de pompkop. Zie
voor de gewichten § 10.1.6.
De
complete
tandwielkast en elektromotor, moet worden gehesen
aan het hijsoog van de pompkop in combinatie met
aanvullende ondersteuning in de vorm van voldoende
sterke riemen of draagbanden (A). Zie voor de
gewichten § 10.1.6.
WAARSCHUWING
Zorg er bij het hijsen van de pomp voor dat
aan alle veiligheidsvoorschriften voor hijs-
bewegingen is voldaan en dat het hijsen
wordt uitgevoerd door gekwalificeerd per-
soneel.
slangenpomp,
d.w.z.
pompkop,
INSTALLATIE
25