Namen en functies van het
bedieningspaneel
23
22
11
Bedieningspaneel
Geeft de toetsen weer voor iedere functie,
bewerkingsstatus of berichten. Zie de hand-
leiding Snel aan de slag
21
[Reset]-knop
Druk op deze knop om de huidige instellingen
te verwijderen.
31
[Programmeren]-knop (kopieer-, docu-
mentserver- en scannermodus)
•
Druk hierop om veelgebruikte instellin-
gen vast te leggen, of om vastgelegde
instellingen weer op te roepen. Zie
Handige functies
•
Druk op deze knop om standaarden in
te stellen voor het basisdisplay wanneer
instellingen zijn verwijderd of gereset,
of onmiddellijk nadat de aan-/uitscha-
kelaar is aangezet.
Zie Handige functies
41
[Onderbreken]-knop
Druk deze knop in om het kopiëren te onder-
breken. Zie Kopiëren / Document Server
51
Aan/uit indicatielampje
Het Aan/uit indicatielampje gaat branden
wanneer u de aan-/uitschakelaar inschakelt.
1
20
19
21
.
.
.
2
3
4
18
17
16
15
14
13
61
[Energiespaarstand]-knop
Druk hierop om de energiespaarstand of de
slaapstand te activeren. Zie Snel aan de slag
.
Wanneer het apparaat in de ener-
giespaarstand staat, brandt de
[Energiespaarstand]-knop. In de slaapstand
knippert de [Energiespaarstand]-knop lang-
zaam.
71
[Inloggen/Uitloggen]-knop
Druk hierop om in of uit te loggen.
81
[Gebruikersinstellingen]-knop
Druk op deze knop om de standaard instel-
lingen aan te passen aan uw eisen. Zie Het
apparaat aansluiten / Systeeminstellingen
.
U kunt nagaan waar u verbruiksartikelen kunt
bestellen en welk nummer u moet bellen bij
storingen. U kunt deze gegevens ook afdruk-
ken. Zie de handleiding Onderhoud en speci-
ficaties
91
[Papierinstelling]-knop
.
Specificeer de instellingen voor de papier-
lade. Zie Papierinstellingen
5
6
7
8
9
10
24
11
12
.
.
25