Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

• Wanneer u dik papier plaatst, stel dan de richting van het papier in volgens de structuur van het
papier aan de hand van onderstaand diagram. Indien u dit niet doet, kan dit een papierstoring,
gemarkeerde of gevouwde randen veroorzaken. Papier dat 209,0 g/m
zwaarder is kan ook een papierstoring veroorzaken.
Richting van de papierkorrel
• Selecteer [Pap.gewicht 5], [Pap.gewicht 6], [Pap.gewicht 7] als papierdikte voor de lade bij
[Instellingen papierlade].
• Als dik papier wordt geplaatst zoals eerder is beschreven, kan het zijn dat - afhankelijk van het
type papier - de normale bewerkingen niet kunnen worden uitgevoerd en dat de afdrukkwaliteit
niet goed is.
• Afdrukken kunnen opvallende verticale vouwen vertonen.
• Afdrukken kunnen duidelijk zijn omgekruld. Strijk afdrukken glad als ze zijn gevouwen of
omgekruld. Voor meer informatie over instelling om gekruld papier glad te maken, zie de
handleiding Papierinstellingen

Enveloppen

In dit gedeelte wordt het plaatsen van enveloppen beschreven.
• Foute invoer kan gebeuren, afhankelijk van de lengte en vorm van de flappen.
• Alleen enveloppen van minstens 139,7 mm (5,5 inch) breed kunnen in de brede LCT geplaatst
worden.
Als u op enveloppen wilt afdrukken, plaatst u deze in de brede LCT of multihandinvoer (Lade 7). Zorg
ervoor dat u een geschikte papiersoort opgeeft.
Bij het plaatsen van enveloppen in de brede LCT moet u ervoor zorgen dat de flappen opengevouwen
zijn en u moet ze in
richting leggen met de afdrukzijde naar boven.
2
Papier 64,0 g/m
(17,1 lb.
bankpost) of minder
.
Aanbevolen papier
2
(77,4 lb. voorblad) of
Papier zwaarder dan 64,0
2
g/m
(17,1 lb. bankpost)
143

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pro 8110sPro 8120s

Inhoudsopgave