8. Papier en toner bijvullen
Volg de instructies op het scherm op wat betreft het vervangen van de tonercartride.
Als een van de tonercartridges leeg is, kunt u blijven afdrukken met de andere cartridge. U kunt de
tonercartridge verwisselen tijdens het afdrukken.
Zorg ervoor dat u de nieuwe tonercartridge eerst in het linker gat plaatst wanneer beide tonercartridges
leeg zijn.
Na het vervangen van een tonercartridge, zorg ervoor dat u het paneel van de tonercartridge sluit. Het
apparaat stopt met printen wanneer u de deksel van de tonercartridge open laat staan.
• Als "De tonercartridge is bijna op." wordt weergegeven, is de toner bijna op. Zorg dat u een
vervangende tonercartridge bij de hand hebt.
• U kunt de naam van de benodigde toner en de procedure voor het vervangen van de toner
nalezen via het scherm [ Toner bijvullen.].
• Als u het contactnummer voor bestellingen wilt opzoeken, zie de handleiding Onderhoud en
specificaties
• Verwijder niet de buitenste kap van de toner voordat u deze gaat schudden. Wacht totdat u de
tonercartridge installeert voordat u de kap verwijdert.
• Verwijder het binnenste beschermkapje niet.
• Als de tonercartridge niet vastklikt, moet u deze er enigszins uittrekken, licht naar links of rechts
draaien en het opnieuw proberen.
• Verwijder geen tonercartridges die worden gebruikt of installeer geen tonercartridges die deels
worden gebruikt. De resterende toner die op het scherm wordt getoond zal niet altijd
overeenkomen met de werkelijke hoeveelheid in de cartridge, waardoor de toner in het apparaat
onverwacht op kan raken.
• Installeer geen lege tonercartridge.
Faxberichten of gescande documenten verzenden wanneer de toner op is
Wanneer de toner in het apparaat op is, gaat er een lampje op het display knipperen. U kunt nog
steeds gescande documenten verzenden, ook als de toner op is.
156
.