7 | Machine inzetten
Machine gebruiken met een bedieningsterminal
Wanneer het strooien beëindigd is,
8.
Hydraulica voor de strooischijfaandrijving, de
strooigoeddosering en de pekelpomp met de
tractorregeleenheid "rood" uitschakelen.
9. Op de strooischoepen hechtend strooigoed
verwijderen.
7.2 Machine gebruiken met een bedieningsterminal
1. De werkhoogte van de strooischijven via de 3-
puntsophanging op 50 cm instellen.
2. Machine met de topstang horizontaal op het
rijbaanoppervlak uitlijnen.
3. Hydraulica voor de strooischijfaandrijving, de
strooigoeddosering en de pekelpomp met de
tractorregeleenheid "rood" inschakelen.
4. Indien nodig conform hoofdstuk "Werkverlichting
gebruiken" en hoofdstuk "Zwaailicht gebruiken"
in de bedieningshandleiding voor de ISOBUS-
software IceTiger de witte of rode werkverlichting
en het zwaailicht inschakelen.
5. Hoofdstuk "Strooien starten" in de
bedieningshandleiding voor de ISOBUS-software
IceTiger opvolgen.
AANWIJZING
Langere transportritten of vochtigheid verdichten
het strooigoed.
Wanneer het strooibeeld niet tevredenstellend
6.
is,
conform hoofdstuk "Product configureren" in de
bedieningshandleiding voor de ISOBUS-software
IceTiger de strooier kalibreren.
Wanneer het strooien beëindigd is,
7.
Hydraulica voor de strooischijfaandrijving, de
strooigoeddosering en de pekelpomp met de
tractorregeleenheid "rood" uitschakelen.
8. Op de strooischoepen hechtend strooigoed
verwijderen.
58
MG6882-NL-NL | H.1 | 24.02.2023 | © AMAZONE
CMS-T-00007986-B.1