Reiniging, onderhoud en service
14.8.2
Banden monteren (vakwerkplaats)
216
Controleer de bandenspanning regelmatig bij koude banden, dus
•
voor het rijden.
•
Het luchtdrukverschil in de banden van één as mag niet groter
zijn dan 0,1 bar.
De bandenspanning kan door snel rijden of warm weer 1 bar
•
stijgen. In geen geval de bandenspanning verlagen, omdat de
bandenspanning dan bij het afkoelen te laag is.
•
Voordat u een nieuwe / andere band monteert, moeten eerst de
roestvlekken op de velgrand worden verwijderd. Tijdens het
rijden kan corrosie schade aan de velgen veroorzaken.
•
Gebruik bij de montage van nieuwe banden altijd nieuwe
tubeless-ventielen of binnenbanden.
Schroef altijd ventieldoppen met dichting op de ventielen.
•
UX Super CP Plus BAG0232.5 05.23