April 2019
Inspecties
Functietests
1
Kies een stevig, vlak testgebied uit dat vrij is van
obstakels. Vergewis u ervan dat er geen last op
de vorken of het aanbouwdeel aanwezig is.
2
Ga de cabine binnen en ga op de stoel zitten.
3
Stel de stoel en de stuurkolom indien nodig af.
4
Doe de veiligheidsgordel om uw middel.
5
Stel de spiegel in de cabine en de rechter
buitenspiegel indien nodig af.
6
Vergewis u ervan dat de parkeerrem
ingeschakeld is en dat de transmissiehendel in
neutrale stand staat.
7
Start de motor. Zie het deel De motor starten in
het deel Gebruiksaanwijzing.
34
De functiejoystick testen
8
Hef de arm met behulp van de functiejoystick
even op en schuif hem uit, kantel de vorken
omhoog en omlaag.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
9
Schuif de arm even uit en weer in met behulp
van het wieltje.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
De vergrendeling/ontgrendeling van
de hydraulische snelkoppeling testen
(indien aanwezig)
10 Houd, terwijl u de betreffende schakelaar indrukt,
de witte duimschakelaar ingedrukt en gebruik de
functiejoystick om de hydraulische snelkoppeling
even te vergrendelen/ontgrendelen.
~ Resultaat: Alle functies moeten soepel werken.
De stuurinrichting testen
11 Draai de keuzeschakelaar van de stuurmodus
naar rechts om vierwielbesturing te selecteren.
12 Controleer de werking door het stuur ongeveer
¼ slag in beide richtingen te draaien.
~ Resultaat: De voorwielen moeten in dezelfde
richting draaien als het stuur. De achterwielen
moeten in tegengestelde richting draaien.
GTH-2506 - GTH-3007
Tweede uitgave - Eerste druk
Ond. nr. 57.0009.0779GT